Indonesië verslag deel 3

Geplaatst op: 16 augustus 2005 · Geplaatst in: Weekendverhalen

Op een vroege ochtend staat Pabak Mursidi van Stichting Tileng zoals altijd verrassend op tijd voor mijn deur. Dit keer om mij te begeleiden naar het dorp Tileng waar het dorpscomité mij verwacht in het dorpshuis voor een vergadering. Nog half slapend zie ik door de autoruit hoe de drukte in Yogyakarta aan me voorbij trekt: de gebruikelijke motoren afgeladen vol met handelswaar of met complete gezinnen. Ondertussen vraag ik me af hoe een vergadering in Indonesië in z’n werk zal gaan. Ik moet glimlachen als ik me herinner dat Mursidi me een week geleden verzekerde dat het me zeker binnen een week zou lukken om Bahasa te leren. Bahasa is volgens hem namelijk veel makkelijker dan Engels. Helaas bleek een week toch ietwat aan de korte kant te zijn en zal ik weer dankbaar gebruik maken van zijn capaciteiten als tolk.

Op een vroege ochtend staat Pabak Mursidi van Stichting Tileng zoals altijd verrassend op tijd voor mijn deur. Dit keer om mij te begeleiden naar het dorp Tileng waar het dorpscomité mij verwacht in het dorpshuis voor een vergadering. Nog half slapend zie ik door de autoruit hoe de drukte in Yogyakarta aan me voorbij trekt: de gebruikelijke motoren afgeladen vol met handelswaar of met complete gezinnen. Ondertussen vraag ik me af hoe een vergadering in Indonesië in z’n werk zal gaan. Ik moet glimlachen als ik me herinner dat Mursidi me een week geleden verzekerde dat het me zeker binnen een week zou lukken om Bahasa te leren. Bahasa is volgens hem namelijk veel makkelijker dan Engels. Helaas bleek een week toch ietwat aan de korte kant te zijn en zal ik weer dankbaar gebruik maken van zijn capaciteiten als tolk.

Als we ruim twee uur later de inmiddels vertrouwde omgeving binnen rijden zie ik dat iedereen al zit te wachten in de ruimte waar de vergadering zal plaats vinden. Het is de bedoeling dat ik en mijn begeleiders tegenover de dorpelingen gaan zitten, terwijl het dorpshoofd links van mij plaats neemt. Ik zie vele donkere ogen op mij gericht die rustig afwachten wat er gaat gebeuren en ik voel me ineens wel heel reflecterend blank. Het dorpshoofd leidt de vergadering in met een officieel praatje gevolgd door enkele anderen die ook wat te zeggen hebben en uiteindelijk mag ik mijn vragen gaan stellen. Meestal geeft het dorpshoofd alleen antwoord op een vraag, maar af en toe barst er hier en daar ook een discussie los.

Na een tijdje word ik afgeleid door de schalen eten die maar blijven komen waardoor de tafel al snel helemaal vol staat. Terwijl ik me afvraag hoe ik dit in godsnaam allemaal op moet krijgen, maakt het dorpshoofd duidelijk dat het eetpauze is. Het blijft niet bij eten alleen, de moskee wordt nog even snel bezocht en daarna is het tijd voor een fotosessie waarin ik de hoofdrol mag vervullen. De ene foto na de andere wordt geschoten terwijl ik geduldig blijf lachen.

Na toch al gauw een paar uur heb ik de meeste antwoorden op mijn vragen wel te pakken en vraag ik de dorpelingen of ze mij nog iets willen vragen met betrekking tot Stichting Tileng. Mijn vraag wordt verkeerd begrepen en ik krijg vragen op me afgevuurd als: ‘Hoeveel broers en zussen heb je? Wat doen je ouders voor werk?’ Het kost me twintig minuten om ze duidelijk te maken of er nog vragen voor Stichting Tileng zelf zijn.

Na het sluiten van de vergadering maken de dorpelingen dat ze wegkomen en met een licht schuldgevoel vraag ik me af of ik ze met al mijn vragen misschien van hun werk gehouden heb. Tegen mijn verwachting in was de vergadering ook duidelijk voor mij georganiseerd, niet om dingen onderling te bespreken waar ik toevallig getuige van mocht zijn. Tot slot maak ik nog een enorme blunder doordat ik vergeet het dorpshoofd een hand te geven als we weer vertrekken richting Yogyakarta. Gelukkig geeft het allemaal niks en komt hij mij met een glimlach achterna om me alsnog een prettige reis terug te wensen.

Al met al blijft mijn prinsessenbehandeling hier in Indonesië me toch een raar gevoel geven. Aan de andere kant kan ik er maar beter van genieten, want eenmaal in Nederland is dit alles verleden tijd. Zeker aangezien mijn laatste week binnenkort aanbreekt.

Als we ruim twee uur later de inmiddels vertrouwde omgeving binnen rijden zie ik dat iedereen al zit te wachten in de ruimte waar de vergadering zal plaats vinden. Het is de bedoeling dat ik en mijn begeleiders tegenover de dorpelingen gaan zitten, terwijl het dorpshoofd links van mij plaats neemt. Ik zie vele donkere ogen op mij gericht die rustig afwachten wat er gaat gebeuren en ik voel me ineens wel heel reflecterend blank. Het dorpshoofd leidt de vergadering in met een officieel praatje gevolgd door enkele anderen die ook wat te zeggen hebben en uiteindelijk mag ik mijn vragen gaan stellen. Meestal geeft het dorpshoofd alleen antwoord op een vraag, maar af en toe barst er hier en daar ook een discussie los.

Na een tijdje word ik afgeleid door de schalen eten die maar blijven komen waardoor de tafel al snel helemaal vol staat. Terwijl ik me afvraag hoe ik dit in godsnaam allemaal op moet krijgen, maakt het dorpshoofd duidelijk dat het eetpauze is. Het blijft niet bij eten alleen, de moskee wordt nog even snel bezocht en daarna is het tijd voor een fotosessie waarin ik de hoofdrol mag vervullen. De ene foto na de andere wordt geschoten terwijl ik geduldig blijf lachen.

Na toch al gauw een paar uur heb ik de meeste antwoorden op mijn vragen wel te pakken en vraag ik de dorpelingen of ze mij nog iets willen vragen met betrekking tot Stichting Tileng. Mijn vraag wordt verkeerd begrepen en ik krijg vragen op me afgevuurd als: ‘Hoeveel broers en zussen heb je? Wat doen je ouders voor werk?’ Het kost me twintig minuten om ze duidelijk te maken of er nog vragen voor Stichting Tileng zelf zijn.

Na het sluiten van de vergadering maken de dorpelingen dat ze wegkomen en met een licht schuldgevoel vraag ik me af of ik ze met al mijn vragen misschien van hun werk gehouden heb. Tegen mijn verwachting in was de vergadering ook duidelijk voor mij georganiseerd, niet om dingen onderling te bespreken waar ik toevallig getuige van mocht zijn. Tot slot maak ik nog een enorme blunder doordat ik vergeet het dorpshoofd een hand te geven als we weer vertrekken richting Yogyakarta. Gelukkig geeft het allemaal niks en komt hij mij met een glimlach achterna om me alsnog een prettige reis terug te wensen.

Al met al blijft mijn prinsessenbehandeling hier in Indonesië me toch een raar gevoel geven. Aan de andere kant kan ik er maar beter van genieten, want eenmaal in Nederland is dit alles verleden tijd. Zeker aangezien mijn laatste week binnenkort aanbreekt.