Wat een telefoontje niet kan doen
Tegenwoordig ben ik in de luxe positie dat ik op vrijdag niet meer voor mijn baas hoef te werken. De vrijdag gebruik ik dan meestal om eigen projecten af te ronden. Soms, op vrijdagochtend, dan heb ik weer even contact met Indonesië. Imogiri, op Java, om precies te zijn. Het is er dan ongeveer drie uur in de middag. Soms gebeurt dit op verzoek van het bestuur, om weer even telefonisch de puntjes op de i te zetten.
Maar vaker nog gewoon even om te bellen en te vragen hoe het gaat. De band met Renata, onze vertegenwoordigster in Imogiri, is, al sinds de allereerste ontmoeting in 2001, goed en vertrouwd. Zelfs zo goed eigenlijk dat mijn vriendin en ik haar zijn gaan beschouwen als een zusje.
Gek genoeg, als je dan weer even contact hebt, sta je weer even stil bij alle mooie momenten die je daar tijdens een vakantie beleefd hebt. Maar eigenlijk wordt dat beeld nog steeds regelmatig verstoord. Verstoord door de verschrikkelijke beelden, die nog steeds op je netvlies staan, de beelden van de chaos, die mijn vader en ik daar vorig jaar aantroffen. Ja, het is waar, het is dit weekend al weer een jaar geleden, dat we samen naar Indonesië vertrokken. Samen, geregeld binnen een paar dagen, eigenlijk hals over de kop, naar Java, omdat er net een aardbeving is geweest in het werkgebied van de Stichting.
Vreemd, nog steeds is er die aankomst in het dorp. Iedere keer weer, bij het kleinste contact, vraag je je weer af of er nog een deel van het dorp opgebouwd is. Of de mensen weer goede huizen hebben om te wonen en te slapen. Kunnen de kinderen van de kleuterschool weer veilig naar school. De laatste keer dat ik geweest ben was afgelopen december. Toen zagen we nog steeds de nasleep, de ellende, die zo’n aardbeving te weeg brengt. Maar weet je wat dan het mooiste is? Dat je ziet dat de mensen leven, weer lachen en alles doen wat ze normaal gesproken ook doen. Okay, daarnaast moet het huis ook weer opgebouwd worden en krijgen de kinderen les onder een blauw tentzeil, omdat de school niet gebruikt mag worden.
De telefoon gaat over en je zusje neemt op. In eens weet je weer wat er het afgelopen jaar allemaal voor goeds gebeurd is. De kleuterschool is weer gerenoveerd en heropend. De kinderen kunnen weer veilig naar school. Ruim 45 gezinnen hebben op dit moment een (tijdelijk) huis, dankzij hulp van de stichting. De basisschool waar we ons voor in hebben gezet is bijna weer opgebouwd, twee andere kleuterscholen worden op dit moment ook hersteld. Dan kunnen de kinderen daar ook weer fijn naar school. Ze vertelt je dat ze nu mensen aan het helpen zijn met het afbouwen van hun huizen. En dat allemaal dankzij hulp van Stichting Tileng, helemaal vanaf de andere kant van de wereld. Mooi. Maar niet mogelijk als we aan die andere kant van de wereld niet beschikken over al die trouwe donateurs en die geweldige instellingen en bedrijven, die regelmatig geld storten op onze bankrekening. Ik heb er zin in om in november, ditmaal weer samen met mijn vriendin en vergezeld door een aantal vrienden, met eigen ogen te zien wat wilskracht en doorzettingsvermogen allemaal voor elkaar kunnen krijgen.
Ik ben er stil van. Wat een telefoontje niet kan doen…
Donateurs, doorzettingsvermogen, Imogiri, Indonesië, kleuterschool, vriendin, west-java