Skip to main content

Interesse in de stichting

Voor een wandeling en een goed gesprek ga ik met mijn gast naar buiten, ook al is het wel wat guur in het Hitlandbos in Capelle aan den IJssel. Een heel verschil met het weer in de desa’s Tileng, Baturraden en Imogiri op Java, want daarover wil ik het hebben met mijn gast, die geïnteresseerd is in de stichting.

“Wat heb jij met de desa’s?”, vraagt de man. “Heel veel”, antwoord ik; “in 1997 gingen mijn vrouw en ik voor het eerst op bezoek bij ons pleegkind in dusun Manggung, een woongemeenschap in de desa Tileng. Ik sliep op de grond en mijn vrouw mocht in een bed slapen, samen met Ribut, ons pleegkind, en haar moeder. De volgende dag keken we rond in de desa en spraken met het dorpscomité. Ze hadden grote behoefte aan stenen woningen. Ik heb toen met de mensen van het dorp afgesproken dat zij plannen zouden maken en dat ik dan zou proberen te zorgen dat er geld voor zou komen. Op die manier zijn er vanaf toen drie nieuwe woningen gebouwd en zeven gerenoveerd.

Na verloop van tijd hebben we in 2000, samen met anderen, de Stichting Tileng opgericht, waarvan ik voorzitter werd. Bram van der Weele werd secretaris en Cees van der Jagt penningmeester.”

“Waarom voel je je zo betrokken bij Tileng?” vraagt de man. “Ik kan het niet verkroppen dat mensen onvrijwillig onder slechte omstandigheden moeten leven. Ik vind dat we er alles aan moet doen om hun situatie te verbeteren”.

Direct daarop stelt hij zijn volgende vraag: “wat doet de stichting nu precies?” Mijn antwoord: “De bewoners van de desa’s maken zelf een plan voor een bepaald project. Dat werken ze uit met hulp van onze plaatselijke  vertegenwoordigers op Java. Daarna sturen ze het op aan het bestuur van de stichting, dat het plan vervolgens beoordeelt. Als het wordt goedgekeurd, laat het bestuur de bewoners weten wanneer en in hoeveel fasen ze het geld voor het project kunnen verwachten en wanneer ze moeten rapporteren over het project. Ik ga zelf om de twee jaar naar Indonesië en dan besteed ik één week van mijn vakantie aan het bezoeken van de projecten.  Op die manier zijn er al kleuter- en lagere scholen gebouwd, leermiddelen gekocht, studiegelden van leerlingen en salarissen van onderwijzend personeel betaald. Ook loopt ons buffelproject nog steeds. Bij het buffelproject krijgt een familie een koe in bruikleen. Als de koe een kalf krijgt mag de familie dat houden, de koe gaat door naar een volgende familie. Ondertussen lopen er zo’n 125 koeien rond”.

De laatste vraag die mijn gast stelt is: “hoe komen jullie aan al dat geld?”, waarop ik vertel: “Tsja, we hebben in de bijna afgelopen 10 jaar veel donateurs voor onze stichting weten te interesseren. Ook mensen die eenmalig een bedrag overmaken en een paar royale sponsors weten het werk van de stichting inmiddels te waarderen door die waardering om te zetten in klinkende munt. De enige kosten, die de stichting aan overhead kwijt is, bestaan uit de jaarlijkse bijdrage voor inschrijving bij de Kamer van Koophandel en uit bankkosten.”

“Zo”, besluit mijn gast, “dat is heel mooi; je hebt me ervan overtuigd om sponsor van de Stichting Tileng te worden”

Baturraden, Capelle aan den IJssel, desa, Donateurs, geld, Help, Imogiri, Indonesië, java, Koeienbank, overhead, Schenken, sponsors, Stichting Tileng, structurele hulp, Tileng