Skip to main content

Nieuws uit Manggung: ‘Mau ke mana?’

In Manggung en omliggende dorpen is Stichting Tileng actief met een zelfregulerende ‘koeienbank’ en heeft het in voorgaande jaren verschillende kleuterscholen her- en verbouwd. De stichting wordt hier met Javaanse tongval steevast ‘stiktin’ genoemd. Ton Lange, voorzitter van de stichting, wordt hier omgevormd tot ‘Pak Ton’ of Mister Leng’. De vraag die ik dagelijks hoor als ik weer eens rond loop in het dorp is ‘Waar wil je naartoe? oftwel ‘Mau ke mana?’. Zo vaak komt er niet een vreemdeling langs en zeker niet eentje die langer blijft dan gebruikelijk. Mensen willen weten waar ik vandaan kom en nog belangrijker ‘ke mana’, waar ik naartoe ga. Al bijna een maand heb ik het voorrecht om in het dorp Manggung te verblijven.

Voordat ik in Manggung arriveerde heb ik een kleine week in Imogiri doorgebracht. Deze plaats is in 2006 hard getroffen door een aardbeving en heeft veel noodhulp gehad van binnen- en buitenlandse ontwikkelingsorganisaties. Inmiddels zijn deze ontwikkelingsorganisaties vertrokken uit Imogiri. De stichting onderscheidt zich juist door niet te vertrekken, maar samen met de mensen te bouwen aan een nieuwe toekomst. Vier permanente woningen zijn inmiddels klaar en mensen zijn in afwachting van de bouw van meer permanente woningen. Van de vijf kleuterscholen, ook ver- en herbouwd door de stichting, valt één kleuterschool extra op. Door zijn kleurrijke uitstraling en unieke locatie, aan de voet van de lange trap naar de graven van de ‘Sultans van Yogyakarta’, kunnen toeristen die Imogiri bezoeken haast niet om het schooltje heen. Een goede visitekaart voor de stichting dus.

Zoveel anders dan Imogiri is Manggung, dat in een zeer bergachtig gebied ligt waar het overgrote deel van de mensen ‘petani’, oftewel landbouwer is.  Mensen leven echt van- en met- hetgeen wat de natuur de mensen geeft. Dit is letterlijk terug te zien in de houding en het levensritme van de mensen. De mensen zijn erg gericht op hun land, hun vee en de sociaaleconomische conditie van hun dorp. De gesprekken van alle dag gaan hier dan ook altijd over. Mensen moeten overleven en kijken wat dat betreft niet heel ver vooruit. Door het houden van koeien hebben mensen iets meer zekerheid over hun inkomen. Dat inkomen schommelt erg en is voor het overgrote deel afhankelijk van oogsten, arbeid en de keuzes die de mensen maken. Ondanks de bestaande verschillen in inkomen en bezit heerst er een sterke sociale controle (o.a. door de vele sterke familiebanden) en de aanwezigheid van ‘gotong royong’ (‘wederzijdse hulp’).

De mensen zijn zeer te spreken over het koeienproject dat hier al 6 jaar draait. De toezichthouder van de koeienbank, bestaande uit bewoners van Manggung, ziet toe op een goede regulering en de in- en verkoop van koeien. De koeienbank voorziet in een grote behoefte en sluit goed aan bij de lokale economie en levensstijl. Over het algemeen worden koeien pas verkocht voor grote investeringen zoals het renoveren van huizen en het betalen van het schoolgeld van kinderen. Het ‘sparen’ in de vorm van het houden van koeien is dan ook gericht op de lange termijn. Er zijn ook mensen die een kleine veestapel proberen op te bouwen. Dit vereist in de eerste plaats ‘keberanian’ (moed). Daarnaast moeten mensen genoeg  fysieke en economische middelen hebben om een grote veestapel dagelijks te kunnen onderhouden. Verder vraagt dit om een mentaliteitsverandering, omdat mensen meer ruimte op hun land moeten vrijmaken voor grassoorten die nodig zijn om de koeien te kunnen voederen. Dit gaat op zijn beurt weer ten koste van de ruimte van de bestaande gewassen (dus minder oogst en opbrengsten op korte termijn).

Kortom, het blijkt niet eenvoudig te zijn om meer inkomen te genereren, maar met de oplevering van een coöperatiegebouw begin dit jaar moet dit in de toekomst steeds beter kunnen gaan. Het programma van de coöperatie is nog niet bekend. Duidelijkheid over welke koers het moet gaan varen is dan ook op korte termijn zeer nodig.

Als laatst wil ik nog zeggen dat ik nog nooit zo een gastvrijheid en vriendelijkheid heb meegemaakt als hier. Als ik bijna dagelijks naar het land ga om mee te kijken hoe men werkt en leeft, en zo nu en dan eens meehelp, dan doet men er alles aan om te zorgen dat ik niets te kort kom. Ik ga mee naar dorpsactiviteiten en ben al echt geworteld in het Javaanse dorpsleven.  Ik kan nu al zeggen dat deze mensen mijn hart gestolen hebben.

dorpsactiviteiten, Imogiri, java, kleuterschool, Koeienbank, landbouwer, Manggung, Stichting Tileng