Skip to main content

Tag: 15 jaar

Voor de dingen die ik niet kan verklaren

In 2002 vertrokken wij voor de tweede keer naar Indonesië om mijn schoonmoeder haar roots te laten zien. Samen met onze gids Paul Kawilarang maakten wij de reis van Jakarta naar Surabaya en daar vandaan naar Lombok.  Surabaya was de geboorteplaats van mijn schoonmoeder en daar verheugden wij ons op.

Voor mijn vrouw waren het de woorden uit een mooi gedicht:

Indonesia het moederland
De schoot waarin ik terug kruip
Ik wil een verklaring
Voor mijn gedachten en gevoelens
Voor mijn geschiedenis
Voor de kleur van mijn huid
Voor de manier waarop ik handel 

Voor de dingen die ik niet kan verklaren
Ben ik jou komen bezoeken Ibu Indonesia

Wij maakten een stop in Baturraden en logeerden in het hotel Rose Garden.

Toen we het hotel uitliepen voor een wandeling ontmoetten wij een jonge man en die zei tegen ons “goedemiddag meneer hoe gaat het met U?”

Deze jongeman genaamd “Santos” nodigde ons uit in zijn kleine Warung recht tegenover het hotel.
Hij zong liedjes van de zangeres zonder naam, vertelde dat hij Yvonne Keuls kende en dat er een meneer Ton Lange was die een stichting had opgericht om desa’s te ondersteunen.
Toen wij weggingen vroeg hij of hij ons nog eens mocht mailen, dus wisselden we mailadressen uit.

Deze Santos is 1 van de mensen die je eens in je leven tegenkomt en nooit meer vergeet. Een bijzonder mens die leeft in een prachtige omgeving met geweldige aardige mensen.

We namen hem mee in onze gedachten en de hele vakantie was hij bij ons.

Toen we terug kwamen in Nederland was diezelfde week de Tong Tong fair. En het ongelofelijke gebeurde, we ontmoette daar Yvonne Keuls en vroegen haar of zij Santos kende. Een enigszins geëmotioneerde Yvonne Keuls vertelde ons over Santos en zijn opa over de behandelingen met Lida Buwaya.

Dat bracht ons op het idee om die meneer Ton Lange ook maar eens te gaan bellen.

Dat was het begin van een mooie relatie die wij hebben met Stichting Tileng.

Ton vertelde ons over zijn plannen en wij werden enthousiast. Van dat moment af zijn wij begonnen met ondersteunen van de stichting.

Al jaren leveren wij een bijdrage in het salaris voor dat deel van het onderwijzend personeel dat niet betaald wordt door de Indonesische overheid. Het geld levert een bijdrage aan het nog meer gemotiveerd lesgeven, doordat de leerkrachten dan niet langer worden gedwongen om andere werkzaamheden uit te voeren teneinde enigszins een inkomen te genereren.

Uji Rujinah die schrijft in het weekeind verhaal van 27 maart 2015  (Cerita dari ……… / Het verhaal van …….. Uji Rujinah)  hoe belangrijk dit wel niet is. Dus doe ook mee en steun een leerkracht.

Voor ouders en onderwijzers begint elk jaar opnieuw weer een ingewikkeld spel om de eindjes aan elkaar te knopen. Onderwijs is gratis, maar er zijn bijdragen voor het uniform, voor schoolboeken, etc.. En dat zijn vaak onmogelijke bedragen voor een arm gezin. Bijna een vijfde van de Indonesische gezinnen heeft minder dan twee euro per dag te besteden.

Daarom ondersteunen wij een jonge dame met haar studie.  Dit jaar is zij aan haar studie op de universiteit begonnen. Met regelmaat krijgen wij van haar een berichtje en kunnen wij haar resultaten volgen. We zijn ook heel trots op wat zij presteert.

Enkele malen hebben we nu het werk van de stichting tijdens onze bezoeken aan Indonesië gezien en wij zijn nog steeds enorm enthousiast.

In 2004 (Red.: oplevering eind 2003) mochten wij zelfs namens de stichting een nieuwe school openen. Een onvergetelijke belevenis. Zo’n gerenoveerde of nieuwe school ziet er niet alleen geweldig uit, maar geeft de kinderen bovendien het gevoel een volwaardige leerling te zijn op een goede school . Heel belangrijk voor het zelfvertrouwen van leerlingen en leerkrachten.

We hebben de resultaten van Stichting Tileng goed kunnen volgen en daarmee de voortgang die geboekt is. Het is veel meer dan alleen de lachende gezichtjes van de kinderen. Het is een enorme stap voorwaarts in de ontwikkeling en ook in de manier waarop zij het nu zelf ter plaatse oppakken.

Wij zijn al die jaren enorm enthousiast over wat de stichting doet en in het bijzonder het vele werk wat Ton met zijn bestuur en de mensen in Indonesië allemaal wel niet realiseren.

En de aanpak van de stichting is natuurlijk heel doordacht. De kinderen zijn de toekomst van het dorpje. Als zij een vak kunnen leren, hebben ze later kans om beter voor zichzelf en hun familie te kunnen zorgen, waardoor ondersteuning van buitenaf op een gegeven moment overbodig moet worden.

Het streven naar een situatie waarin onze hulp in desa Tileng, Imogiri en Baturraden niet meer nodig zal zijn, zou prachtig zijn.  Al moeten we ons terdege beseffen dat dat moment nog ver in de toekomst ligt.

We lezen steeds meer dat Indonesië behoort tot de krachtigste opkomende economieën. De nieuwe president en zijn regering staan voor belangrijke keuzes in de sectoren mijnbouw, landbouw, voedselvoorziening en industrialisering.  En wellicht nog belangrijker: hoe wordt het economische succes vertaald in meer sociale rechtvaardigheid?

Het Bruto Nationaal Product (BNP) van Indonesië in 1970 was afgerond 90 miljard dollar. Tegen 1997 was dat gegroeid tot 200 miljard dollar. In 1999 – na de financiële en politieke crisis – was dat opnieuw teruggevallen tot 90 miljard dollar, maar in 2014 overschreed het BNP de kaap van 1 biljoen dollar.

De keerzijde van die medaille is dat Indonesië in de Human Development Index van het VN-Ontwikkelingsprogramma UNDP slechts de 121 ste plaats krijgt, slechter dan de buurlanden Maleisië, Thailand en Filipijnen. Bovendien vertaalde de sterke economische groei zich meteen in een even sterke toename van de ongelijkheid.

Daarom laten we niet verwachten dat het morgen goed gaat in de werkgebieden van Stichting Tileng en er moet nog heel veel gebeuren voordat dit zover is, en er is nog genoeg werk aan de winkel en ook uw steun is hard nodig.

Steun daarom Stichting Tileng, een stichting waar elke eurocent goed wordt uitgegeven en ten goede komt van de projecten in Indonesië.

 

 

 

Stichting Tileng, voor hulp die écht het verschil maakt

Stel je voor dat in Nederland drie keer zo veel mensen zouden leven. Hoe zou het dan met onze welvaart zijn gesteld? Zou een dak boven ons hoofd dan ook vanzelfsprekend zijn? En goede scholing voor ieder kind? Waarschijnlijk niet.

Op het eiland Java in Indonesië ervaren ze dat dagelijks. In de duizenden dorpjes (desa’s) op het eiland is bijna niets vanzelfsprekend. Leren lezen of schrijven bijvoorbeeld, laat staan een normale opleiding volgen. Een fatsoenlijk dak boven je hoofd, of de mogelijkheid om een eigen bedrijfje te beginnen. Voor al deze dingen is geld nodig. En dat is nou precies wat er niet is.

Zonder hulp komen veel dorpelingen onmogelijk uit deze vicieuze cirkel. Daarom maakt de Stichting Tileng zich al vijftien jaar sterk voor een betere leefsituatie op Java, in het bijzonder voor de inwoners van de dorpjes Tileng, Imogiri en Baturraden. Niet door noodhulp te organiseren vanuit Nederland, maar door op Java samen met de lokale bevolking te kijken naar wat het beste helpt. En deze hulp ook ter plaatse te organiseren.

De stichting bouwt bijvoorbeeld huizen en scholen, verleent studiebeurzen en helpt bij het opzetten van veestapels (de ‘Buffelbank’). Op deze manier hebben de dorpelingen er niet alleen nu, maar ook de rest van hun leven baat bij en kunnen zij eindelijk uit die vicieuze cirkel komen. Een opleiding betekent een beter arbeidsperspectief, een dak boven het hoofd zorgt voor een beter leefklimaat en een eigen bedrijf zorgt ook op de lange termijn voor inkomsten. Hulp dus die écht het verschil maakt!

Dankzij de projecten kan de bevolking steeds meer gaan ‘leven’, in plaats van overleven. Inwoners die hun leven dankzij de hulp weer wat meer op de rit hebben dienen bovendien als voorbeeld voor anderen. Zo rolt de bal van de stichting op een effectieve manier de goede kant op.

De projecten van de Stichting Tileng zijn ook bijzonder omdat de lokale bevolking er van begin af aan nauw bij is betrokken. Sterker nog: de stichting bedenkt de projecten niet zelf, het is de bevolking die plannen voor projecten indient. De inwoners weten immers als geen ander waar het meeste behoefte aan is. Via een speciaal team van de stichting op Java belanden de plannen vervolgens bij het bestuur in Nederland voor goedkeuring.

Als iemand een plan indient moet het wel aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo moet onder meer een realistische begroting zijn uitgewerkt en is het belangrijk dat de bevolking de plannen ondersteunt. Op die manier raakt iedereen erbij betrokken. Dit draagvlak draagt in grote mate bij aan het succes van de projecten.

Door middel van frequente rapportages weet de stichting op elk moment hoe een project vordert. Alle rapportages bevatten onder meer een verantwoording van de uitgaven en foto’s zodat vanuit Nederland kan worden meegekeken. De stichting maakt daarnaast zelf amper kosten; al het werk is vrijwilligerswerk. Dure overhead is er niet. Op deze manier gaat iedere euro rechtstreeks naar de dorpen in Java, voor zichtbaar effectieve hulp. Stichting Tileng geeft zelfs een bestedingsgarantie van 99 procent. Dat is gerust uniek te noemen!

Dankzij deze uniek werkwijze hebben de afgelopen vijftien jaar al heel wat inwoners van de desa’s hun eigen idee werkelijkheid zien worden. Zij leiden nu een beter bestaan. Maar het werk is nog lang niet klaar. Ook de komende jaren gaat de stichting onvermoeibaar verder met het verbeteren van het woon- en leefklimaat op Java. Dat kan alleen niet zonder uw hulp. Word ook donateur en help op een manier die écht het verschil maakt!