Skip to main content

Tag: Bahasa

Kent u deze nog?

(Een keer in de maand halen we met u oude verhalen op!)

Woorden aan de wand – door Eveline Bruijn

GEPLAATST OP: 29 OKTOBER 2010 · GEPLAATST IN: WEEKENDVERHALEN

Aan de wand van de kleuterschool die ik bezoek hangt een poster met afbeeldingen van dieren. Onder de koe staat ‘sapi’, onder de slang ‘ular’. Een kameel is een ‘unta’. Ik probeer de woorden in me op te nemen. Mijn kennis van het Bahasa Indonesia is nihil en daar voel ik mij – ondanks de tolk die mij trouw vergezelt en steeds wisselt tussen Bahasa en Engels – eigenlijk helemaal niet prettig bij.

Ik mis het directe contact met de mensen. Het stoort me dat ik niet kan reageren op het moment dat ik dat wil. Nieuwsgierig als ik ben wil ik – ook in deze onbekende taal – van woord tot woord horen wat er gezegd wordt. Ik wil op mijn eigen manier iets aardigs zeggen, een kritische vraag stellen, een grapje maken. Ik wil op mijn manier bijdragen. Maar mijn eigen directe bijdrage is zo gelimiteerd als het aantal woorden dat ik ken. Nihil.

Het hebben van een tolk is natuurlijk een ongekende luxe. Ik ervaar mijn gebrek aan kennis van het Bahasa dan misschien soms als onprettig; het is alles behalve problematisch. Maar hoe moet het voelen als je in je eigen land de verkeersborden niet kunt lezen? Of als je niet gaat stemmen, omdat je het partijprogramma niet begrijpt? Wat als je er als kind van droomde om te kunnen schrijven, maar er geen geld was om jou naar school te sturen?

De poster die aan de wand hangt is lang niet zo vanzelfsprekend als in eerste instantie lijkt. Hetzelfde geldt voor die zelfde wand en voor het naar school gaan van de leerlingen die in het klaslokaal zitten. En dat terwijl scholing bitter noodzakelijk is. Om kinderen de toekomst te geven die ze nodig hebben. Om een land, sterker nog, de wereld de toekomst te geven die zij én wij nodig hebben. Dat vraagt veel meer dan kinderen bij de les houden. Daarvoor moeten we vooral onszelf bij de les houden. En bijdragen door kinderen bij de les krijgen. Niet morgen, maar vandaag. Stichting Tileng bouwt scholen en zorgt dat ook de allerarmsten naar school kunnen. Steun Stichting Tileng.

Woorden aan de wand

Aan de wand van de kleuterschool die ik bezoek hangt een poster met afbeeldingen van dieren. Onder de koe staat ‘sapi’, onder de slang ‘ular’. Een kameel is een ‘unta’. Ik probeer de woorden in me op te nemen. Mijn kennis van het Bahasa Indonesia is nihil en daar voel ik mij – ondanks de tolk die mij trouw vergezelt en steeds wisselt tussen Bahasa en Engels – eigenlijk helemaal niet prettig bij.

Ik mis het directe contact met de mensen. Het stoort me dat ik niet kan reageren op het moment dat ik dat wil. Nieuwsgierig als ik ben wil ik – ook in deze onbekende taal – van woord tot woord horen wat er gezegd wordt. Ik wil op mijn eigen manier iets aardigs zeggen, een kritische vraag stellen, een grapje maken. Ik wil op mijn manier bijdragen. Maar mijn eigen directe bijdrage is zo gelimiteerd als het aantal woorden dat ik ken. Nihil.

Het hebben van een tolk is natuurlijk een ongekende luxe. Ik ervaar mijn gebrek aan kennis van het Bahasa dan misschien soms als onprettig; het is alles behalve problematisch. Maar hoe moet het voelen als je in je eigen land de verkeersborden niet kunt lezen? Of als je niet gaat stemmen, omdat je het partijprogramma niet begrijpt? Wat als je er als kind van droomde om te kunnen schrijven, maar er geen geld was om jou naar school te sturen?

De poster die aan de wand hangt is lang niet zo vanzelfsprekend als in eerste instantie lijkt. Hetzelfde geldt voor die zelfde wand en voor het naar school gaan van de leerlingen die in het klaslokaal zitten. En dat terwijl scholing bitter noodzakelijk is. Om kinderen de toekomst te geven die ze nodig hebben. Om een land, sterker nog, de wereld de toekomst te geven die zij én wij nodig hebben. Dat vraagt veel meer dan kinderen bij de les houden. Daarvoor moeten we vooral onszelf bij de les houden. En bijdragen door kinderen bij de les krijgen. Niet morgen, maar vandaag. Stichting Tileng bouwt scholen en zorgt dat ook de allerarmsten naar school kunnen. Steun Stichting Tileng.

Even voorstellen….

Het is donderdagmiddag 6 mei in Yogyakarta (‘Jogja’), Indonesië. Locatie: de faculteit Culturele Wetenschappen (Ilmu Budaya) van de Universiteit Gadjah Mada (UGM). Ik ben net een paar dagen koud ingevlogen vanuit Amsterdam en zit nu onder tropische omstandigheden tussen wat Indonesische studenten Antropologie in. Met mijn geringe kennis van het Bahasa probeer ik mezelf verstaanbaar te maken. Het lukt voor, ik schat, ‘dua puluh persen’ (20%). Na wat gestuntel met de taal, word ik meteen al door medestudent Jeri uitgenodigd voor een feest aan de voet van de vulkaan Merapi  morgenavond. Althans, dat denk ik. Vrijdagmiddag 7 mei. Daar sta ik dan met mijn mobieltje in mijn hand vragend aan Jeri wanneer hij mij vanavond komt oppikken. Ik heb mijn avondeten bij mijn ‘rumah kos’ al afgezegd en heb wat ‘kretek’ ingeslagen voor vanavond. Na wat doorvragen blijkt dat het feest pas morgenavond 8 mei is!. In mijn gedachten ga ik terug naar donderdagmiddag en ik hoor Jeri toch echt ‘sampai besok’ (tot morgen) zeggen. Mijn eerste praktijkles Indonesië is een feit. ‘Sampai besok’ betekent in Indonesië vaak niet letterlijk ‘de dag na vandaag’, maar kan net zo goed ‘volgende week’ betekenen. ‘Selamat datang di Indonesia!’.

Mijn naam is Jozef den Hollander, 26 jaar oud en master-student Antropologie aan de Universiteit van Amsterdam.  Voor mijn afstudeerproject wil ik binnenkort naar de drie plaatsen gaan waar Stichting Tileng al jaren actief is. Daar zal ik niet namens de Stichting Tileng, maar wel met behulp van de lokale vertegenwoordigers van de stichting, onderzoek doen naar de verschillende interacties tussen mensen in de desa’s. Waarom, vraagt u zich misschien af?. Ontwikkelingshulp is geen eenrichtingsverkeer en vindt niet alleen plaats tussen Stichting Tileng en de verschillende doelgroepen van de projecten. Er zijn meerdere mensen op het toneel die niet behoren tot de verschillende doelgroepen, maar die wel effect kunnen hebben op de resultaten van de projecten. De aanwezigheid van de projecten van Stichting Tileng in de desa’s gaat dus, zij het in meer of mindere mate, alle mensen van de desa’s aan!. Als student Antropologie ben ik vanaf het begin van mijn studie al zeer geïnteresseerd in ontwikkelings- en armoedevraagstukken. Met dit onderzoek hoop ik dan ook meer te weten te komen over de complexe werking van ontwikkelingshulp. In de toekomst probeer ik u meer te vertellen over mijn onderzoek, maar wanneer dat zal zijn……tja, ik kan hier in Indonesië alleen maar zeggen ‘sampai besok’!.