Als ik mijn ogen dicht doe, zie ik de groene weelde van Sumatra, het blauwe Tobameer , orang oetangs in de jungle en een exotische bloemenpracht. Als ik mijn ogen dicht doe, zie ik de rijstvelden van Java, de as van de Merapi, de rokende Bromo en de kleuren en geuren van allerlei exotische vruchten. Ja, ik was weer in mijn moederland voor een muzikale groepsreis van 25 dagen. Ondergedompeld in de geuren van kretek en doerian, in de kleuren van bougainville en flamboyant en in de klanken van anklung, gamelan en krontjongmuziek. Wat een feest om mee te maken. Wat een feest om op te treden met lokale muzikanten. Wat een feest om het wel en wee van dit land te ondergaan.
Weer terug in Enschede dwalen mijn gedachten naar een onvergetelijke gebeurtenis tijdens onze reis: ons bezoek aan Baturraden. Ik ben al enige jaren ambassadeur van Stichting Tileng, maar dit zou de eerste keer worden dat ik een van de desa’s zou bezoeken die de stichting ondersteunt. In Baturraden zijn dat vooral onderwijsprojecten. Daarin vervult de lokale contactpersoon van Stichting Tileng, Tekad Santos, een zeer belangrijke rol. Hij ontvangt onze groep van 10 personen in zijn woning, waar ons een heerlijk welkomstdrankje wacht en daarna een heerlijke maaltijd. Ondertussen vertelt hij honderduit in vloeiend Nederlands over de onderwijsprojecten op de scholen en de steun vanuit Stichting Tileng. Deze innemende persoon wint direct onze harten. Santos is zeer verguld met ons bezoek en heeft volgens mij de hele desa rondgebazuind dat er een hele “Tileng-delegatie” uit Nederland een speciaal bezoek aan Baturraden komt brengen. Met mij in de hoofdrol. Mijn voorgevoel komt ’s avonds uit. Hij verwacht ons op het schoolplein van een van de scholen voor een gezellige feestmaaltijd waar, zegt hij, ook nog wat andere gasten bijkomen. Onze bus brengt ons daarheen, maar ik word van te voren door hem met de motor opgehaald, maar ik weet niet waarom.
We rijden niet eerst naar die school, maar naar zijn huis. In een kamer vraagt hij mij om mijn kleren uit te trekken. Dan blijkt dat er een speciaal traditioneel feestkostuum voor mij is gemaakt! Broek, jasje, riem, rubberen slippers en hoofddoek. In dit eretenue word ik naar het schoolplein gebracht en door allerlei voor mij onbekende desabewoners als eregast onthaald. Onder hen diverse leerkrachten van de scholen, maar ook de burgemeester.
Uit de naburige desa Purwokerto is een heuse krontjongmuziekgroep gekomen om het feest op te luisteren. Die spelen zo mooi dat ik het niet kan laten om mijn gitaar te pakken en mee te spelen. Ondertussen komen er steeds meer mensen het schoolplein op. Velen willen mij spreken, maar mijn Bahasa schiet tekort en hun kennis van het Twents is ronduit slecht. In elk geval wordt mij duidelijk dat allerlei belangrijke personen uit deze desa vanavond speciaal gekomen zijn om de “Tileng-delegatie” met mij als ambassadeur te ontmoeten. Op een gegeven moment vraagt Santos aan mij en de krontjonggroep om te stoppen met spelen. Hij vraagt de aanwezigen (zo’n 80 personen) om stilte. Ik moet naar voren komen en de burgemeester houdt een toespraak. Die spreekt nog beroerder Twents dan alle anderen, maar ik begrijp dat hij het een bijzondere eer vindt dat wij zijn desa bezoeken en dankt ons voor alle steun die Stichting Tileng hier biedt. We worden er stil van. Maar dan moet ik naar voren komen. Er blijkt nog iets te ontbreken aan mijn eretenue. Onder luid applaus krijg ik van de burgemeester een zeer fraaie schede met een prachtige kris erin onder mijn riem gestoken. Het is alsof ik tot ereburger benoemd wordt. Ontroerd zoek ik naar dankwoorden. Namens Stichting Tileng zeg ik dat wij het zo belangrijk vinden dat de lokale bevolking zelf aan zijn eigen toekomst werkt. De toekomst van Indonesië ligt vooral in de handen van zijn jeugd. Kinderen hebben de toekomst. Het is daarom zo belangrijk dat Baturraden investeert in opvoeding en onderwijs van de kinderen op school. Vanuit Stichting Tileng willen we daaraan meehelpen, maar alleen als er in deze desa mensen zijn die daar zelf in geloven en verantwoordelijkheid voor dragen. “Your words really touched our hearts”, zegt een van de schoolhoofden mij na afloop.
Dan wordt het tijd voor het feestmenu. Een overheerlijke nasi kuning-rijsttafel met alles erop en eraan valt onze groep en alle aanwezigen ten deel. De krontjongmuzikanten slaan ook weer toe. Zo hard dat de gitarist een snaar breekt. Gelukkig brengt mijn gitaar uitkomst, ongelukkig dat ik niet meer mee kan spelen. Maar dat duurt niet lang, ik krijg het verzoek om voor iedereen te zingen. Met begeleiding van deze heerlijke muzikanten is het niet moeilijk om dan op dit schoolplein in Baturraden de sterren van de hemel te zingen. Wat een avond.
De volgende dag bezoeken we in sneltreinvaart verschillende scholen. Ook daar weer een onthaal van jewelste. Compleet met drumband en anklungorkest worden we binnengehaald, op de foto gezet, bezoeken we schoolklassen, worden we rondgeleid door vriendelijke en hulpvaardige leerkrachten, moeten we proeven van allerlei gemaakte gerechten. Maar het allermooiste is toch de aanblik van al die kinderen, serieus aan het studeren, die verlegen naar ons kijken of juichend en lachend naar ons zwaaien. Ik zie al die kinderen en denk. Nee, ik voel, dít is de jeugd van Indonesië, dit is de toekomst van dit land, dit is waar het om gaat. Dit is waar we het voor doen. Dit is waar Stichting Tileng voor staat. Voor hulp aan mensen die zichzelf verder helpen. En onze hulp daarbij heel goed kunnen gebruiken.
De mensen in Baturraden vonden het een eer dat wij hen bezochten. Ik vond het een eer om daar te zien hoe goed er gewerkt wordt aan betere kansen voor kinderen. En hoe goed de hulp van Stichting Tileng daar terecht komt. Ik ben er nog meer in gaan geloven dan ik al deed… Baturraden: een bezoek om niet te vergeten.
Wouter Muller (met dank aan Ellen Mierop die samen met Tekad Santos ons bezoek heeft voorbereid)