“Dat kan een heel stuk beter”
De geboorte van een mensenbaby of een dierenbaby is altijd mooi, ontroerend en uniek. Ooit was ik getuige van een heel andere geboorte, namelijk die van een stichting.
Ook dat was uniek.
Ik zag het al aankomen. Het gebeurde in de laatste jaren van de 20e eeuw in Yogyakarta, Indonesië. Ton en Wil Lange gingen op bezoek bij hun ‘pleegkind’ in het dorp Tileng in Gunungkidul. De grote internationale organisatie die zij steunden had besloten het ontwikkelingswerk daar af te ronden en een nieuw werkgebied in het straatarme oosten van het land te openen.
In het dorpje van hun ‘pleegkind’ keek Ton oplettend rond. In het door hen gefinancierde opgeknapte huisje van het ‘pleegkind’ vroeg hij of het ontbreken van een plafond zo hoort. ‘Ja,’ zei ik, ‘in bijna alle huizen hier kijk je tegen de dakpannen aan.’
‘Hm,’ zei Ton. Ik hoorde hem bijna denken: ‘dat kan een heel stuk beter.’
Hij voegde de daad bij de gedachte en niet lang daarna, 15 jaar geleden, kreeg ik te horen dat hij met enkele vrienden de Stichting Tileng had opgericht om de woonsituatie van de bevolking in Tileng te verbeteren. En dat gebeurde. Althans, in het begin. Ik voorzag dat je bij het verbeteren van de woonsituatie al snel voor de vraag komt te staan: waarom is die woonsituatie zo beroerd?
Om een lang verhaal en vele avonturen kort te maken: Stichting Tileng breidde de werkzaamheden al snel uit naar bestrijding van de economische armoede. Bijvoorbeeld door de beroemde “Buffelbank” in het leven te roepen. Maar ook door kleuteronderwijs mogelijk te maken. Want destijds was dat voor het Indonesische ministerie van onderwijs nog geen prioriteit. Stichting Tileng investeerde ook in het opknappen van schoolgebouwen. En bouwde huizen na de verwoestende aardbeving van 2006.
Anno het tweede decennium van de 21e eeuw gaat het lang niet slecht met Indonesië. De welvaart stijgt, de middenklasse groeit snel. Dat geldt dan vooral voor de grote steden, waar de dure winkelcentra en het luxe onroerend goed bijna niet zijn aan te slepen. Maar de verschillen en de ongelijkheid groeien ook. Op het groene platteland met z’n rijstvelden en palmbomen, dat tijdens de luxe verzorgde rondreis zo idyllisch voorbij glijdt, is de armoede hardnekkig. Ook al zijn de kosten van het basisonderwijs aanzienlijk verlaagd en ondanks de gratis medische verzorging voor iedereen.
Voor Stichting Tileng blijft er daarom nog veel te doen in Indonesië.
In een samenleving die zo snel verandert zal Stichting Tileng nieuwe avonturen beleven en voor veel nieuwe vragen komen te staan. Want ontwikkelingswerk, grootschalig of kleinschalig, is nooit rechttoe, rechtaan, logisch of gemakkelijk.
Ik hoop dat steeds meer donateurs betrokken raken bij die avonturen en zo vele mooie ervaringen rijker worden.