Skip to main content

Tag: e-mail

AD.nl: Zoon Remco zet werk van vader Ton Lange in Indonesië voort

De Capelse stichting Tileng gaat verder na een veelbewogen jaar. Zoon Remco Lange zet het levenswerk van zijn vader Ton Lange voort. ,,Ik doe dit uit respect voor hem.’’

Rob van Elewout  © Frank de Roo

,We hebben een loodzwaar jaar achter de rug’’, vertelt Remco Lange, Capellenaar en zoon van Ton Lange, die op 30 augustus 2017 overleed aan de gevolgen van een hersentumor. Na een lang ziekbed – Lange vocht tegen longkanker – blies hij aan het einde van de zomer zijn laatste adem uit. ,,Je bent er ongetwijfeld nooit klaar voor, maar in deze fase van het leven wil je je vader niet verliezen. Ik ben mijn vader kwijt, mijn kleine is opa kwijt. Dat waren twee handen op een buik.’’

Nee, de stichting was niet bepaald het eerste waar Remco aan dacht, de eerste dagen en weken na de dood van zijn vader. ,,Die ruimte hadden we helemaal niet in ons hoofd’’, vertelt hij. ,,Maar toch moesten we uiteindelijk bepalen hoe en óf we verder zouden gaan met Tileng.’’

Zelfredzaam

Het antwoord is uiteindelijk een volmondig ‘ja’. Lange neemt het voorzitterschap over van zijn vader. Met Tileng zet hij Tons werk voort in de Indonesische dorpen Batturaden, Imogiri en Tileng om die zelfredzaam te maken. Door de bouw van scholen, een buffelbank, laptops en alles wat de lokale bevolking nodig heeft om op eigen houtje verder te gaan. ,,Nee, het was geen vraag of ik hem zou opvolgen. Ik doe dit uit respect voor mijn vader.’

Als je ‘ja’ zegt tegen een project, moet je het ook doen. Zo doen wij dat in Rotterdam

Niet lang na Tons dood reisde Remco met een delegatie van bestuursleden af naar het Indonesische eiland Java. ,,Dat was een cruciaal bezoek’’, concludeert Lange. ,,Ik vond dat er dingen anders moesten, professioneler en eerlijker.’’ Tileng bouwt zelf niets, maar is ‘slechts’ de sponsor en de extra oren en ogen van de lokale bevolking in de drie dorpen (desa’s). ,,Mensen moeten het dus echt zelf doen. En omdat het niet in de Indonesische cultuur past om ‘nee’ te zeggen, kregen we altijd ‘ja’ te horen. Ook als er achteraf nauwelijks niets gebeurd bleek.’’

En dus is het wat Remco Lange betreft tijd voor een cultuuromslag, een ‘Rotterdamse ja’, zoals hij het zelf zegt. ,,Dat hebben we er langzaamaan wel ingekregen daar. Als je ‘ja’ zegt tegen een project, moet je het ook doen. Zo doen wij dat hier in Rotterdam ook. We zien nu dat mensen actiever zijn geworden, meer overleggen en ons ook ons via whatsapp en e-mail veel meer op de hoogte houden. Dat is mooi om te zien.’’

Langzaam keert het plezier bij Remco terug na een loodzwaar jaar. En hij is vastbesloten: ,,Toewijding is essentieel, maar dat kan niet anders. In 2006 ben ik voor het eerst mee geweest. Als je dat eenmaal hebt gedaan, wil je niets anders meer. Je moet iets voor de gemeenschap betekenen, waar ter wereld dat ook is. Dat heb ik gelukkig van mijn vader overgenomen.’’

 

Je moet er mee om kunnen gaan …….

Als je niet met tegenslagen kunt omgaan, dan kan je geen bestuurslid van Stichting Tileng zijn. Waarom zult u denken?

Het komt heel vaak voor dat bedrijven koeien met gouden horens beloven aan de stichting. En dan niet 1 keer, niet 2 keer, maar gewoon 5 keer en meer. Ik zal een van de situatie’s met u delen zonder bekend te maken welk bedrijf of organisatie het is geweest.

Op een keer werden we door een reclamebureau benaderd of we als stichting mee wilden doen aan een landelijke reclamecampagne. We kregen dan gratis publiciteit in alle media en deelden mee in de winst van de verkoop van het aan te prijzen nieuwe product van een multinational.

Ik kon het niet geloven. Een multinational wilde samenwerken met een stichting als de onze. Ik was zeer vereerd. Maar, ik heb ook nadrukkelijk gevraagd of het geen grap was. Dat was niet het geval en het werd allemaal per e-mail bevestingd.

Na een paar weken meldde het reclamebureau dat het iets anders zou gaan lopen. De stichting deelt niet mee in de winst van de verkoop van het nieuwe product, maar kwam wel voor in de TV-reclame. Ik zei dat het jammer was, maar wat kunnen wij nog meer wensen als we gewoon met naam en toenaam in een STER-reclame worden vermeld? Dat is al een grote opbrengst, niet waar?

Tot mijn verbazing werd twee weken daarna gemeld dat het gehele traject werd uitgevoerd zonder Stichting Tileng. ‘Hoe is dat nou mogelijk’, vroeg ik aan de mevrouw aan de andere kant van de telefoonlijn. De mevrouw zei “de opdrachtgever heeft de samenwerking met de stichting afgeblazen”.

Ik heb daarna het bedrijf zelf maar eens een mailtje gestuurd waarin ik meldde dat ik de andere dag op de stoep zou staan voor een gesprek met de hoogste baas over deze zaak. Wetende dat dat nooit zou lukken ben ik die dag toch op pad gegaan en heb ik mij gemeld bij het bedrijf. Men zei dat er geen afspraak genoteerd stond en dat ik niet naar binnen kon. Ik heb gevraagd toch de deur van de parkeergarage open te doen omdat achteruit rijden niet meer mogelijk was omdat er inmiddels een tiental auto’s achter mij hadden aangesloten. Er zat dus niets anders op mij binnen te laten.

Hierdoor was ik binnen en kon mij boven bij de receptie weer aanmelden. Daar kreeg ik weer te horen dat er geen afspraak stond. Ik heb gezegd dat ik in de hal bleef wachten op iemand die mijn verhaal zou aanhoren. Er kwam inderdaad na twintig minuten iemand naar de hal die mij meenam naar een spreekkamer. Zij kende de beloftes niet en zei dat nooit toegezegd kon zijn. Na overhandiging van alle e-mails en na deze gelezen te hebben heeft zij contact opgenomen met het reclamebureau. Na eerst ontkennen en vervolgens geconfronteerd met haar mails moest zij toegeven dat het verkeerd was gegaan en niet in naam van haar opdrachtgever had moeten corresponderen. Het bedrijf heeft gezegd dat het reclamebureau zelf de stichting maar moest compenseren.  Er waren immers zwart op wit toezeggingen door hen gedaan. Dat is uiteindelijk ook gebeurd, onder voorwaarde dat hiermee de zaak was afgedaan en er geen publiciteit aan werd gegeven. De ontvangen donatie stond weliswaar niet in verhouding met hetgeen was toegezegd, maar we zijn met elke donatie blij.

Zoiets is al meerdere keren voorgekomen. Met andere woorden, als bestuurslid op jacht naar nieuwe donateurs en/of sponsors heb je veel tegenslagen te verwerken. Maar niet getreurd, het houd je ook scherp.