Skip to main content

Tag: Merapi

Even voorstellen….

Het is donderdagmiddag 6 mei in Yogyakarta (‘Jogja’), Indonesië. Locatie: de faculteit Culturele Wetenschappen (Ilmu Budaya) van de Universiteit Gadjah Mada (UGM). Ik ben net een paar dagen koud ingevlogen vanuit Amsterdam en zit nu onder tropische omstandigheden tussen wat Indonesische studenten Antropologie in. Met mijn geringe kennis van het Bahasa probeer ik mezelf verstaanbaar te maken. Het lukt voor, ik schat, ‘dua puluh persen’ (20%). Na wat gestuntel met de taal, word ik meteen al door medestudent Jeri uitgenodigd voor een feest aan de voet van de vulkaan Merapi  morgenavond. Althans, dat denk ik. Vrijdagmiddag 7 mei. Daar sta ik dan met mijn mobieltje in mijn hand vragend aan Jeri wanneer hij mij vanavond komt oppikken. Ik heb mijn avondeten bij mijn ‘rumah kos’ al afgezegd en heb wat ‘kretek’ ingeslagen voor vanavond. Na wat doorvragen blijkt dat het feest pas morgenavond 8 mei is!. In mijn gedachten ga ik terug naar donderdagmiddag en ik hoor Jeri toch echt ‘sampai besok’ (tot morgen) zeggen. Mijn eerste praktijkles Indonesië is een feit. ‘Sampai besok’ betekent in Indonesië vaak niet letterlijk ‘de dag na vandaag’, maar kan net zo goed ‘volgende week’ betekenen. ‘Selamat datang di Indonesia!’.

Mijn naam is Jozef den Hollander, 26 jaar oud en master-student Antropologie aan de Universiteit van Amsterdam.  Voor mijn afstudeerproject wil ik binnenkort naar de drie plaatsen gaan waar Stichting Tileng al jaren actief is. Daar zal ik niet namens de Stichting Tileng, maar wel met behulp van de lokale vertegenwoordigers van de stichting, onderzoek doen naar de verschillende interacties tussen mensen in de desa’s. Waarom, vraagt u zich misschien af?. Ontwikkelingshulp is geen eenrichtingsverkeer en vindt niet alleen plaats tussen Stichting Tileng en de verschillende doelgroepen van de projecten. Er zijn meerdere mensen op het toneel die niet behoren tot de verschillende doelgroepen, maar die wel effect kunnen hebben op de resultaten van de projecten. De aanwezigheid van de projecten van Stichting Tileng in de desa’s gaat dus, zij het in meer of mindere mate, alle mensen van de desa’s aan!. Als student Antropologie ben ik vanaf het begin van mijn studie al zeer geïnteresseerd in ontwikkelings- en armoedevraagstukken. Met dit onderzoek hoop ik dan ook meer te weten te komen over de complexe werking van ontwikkelingshulp. In de toekomst probeer ik u meer te vertellen over mijn onderzoek, maar wanneer dat zal zijn……tja, ik kan hier in Indonesië alleen maar zeggen ‘sampai besok’!.

Reddingswerk Java komt moeizaam op gang (laatste nieuws)

4600 doden; vrees voor meer slachtoffers

De reddingswerkzaamheden op het Indonesische eiland Java, dat zaterdagochtend werd getroffen door een krachtige aardbeving, komt maar moeizaam op gang. Hulpverleners ondervinden veel hinder van naschokken en zware regenval.

Tot dusver zijn ruim 4600 doden geteld, onder wie een man uit Nederland. Gevreesd wordt dat het totale aantal doden richting de 10.000 gaat.

De regen die zondag meedogenloos uit de hemel bleef vallen, bemoeilijkte niet alleen het reddingswerk, maar trof ook de tienduizenden angstige overlevenden. Velen van hen overnachtten uit vrees voor meer naschokken in de openlucht of in lekkende tentjes op straat of in rijstvelden. In sommige dorpen rond de zwaar getroffen stad Yogyakarta zijn vrijwel alle huizen verwoest.

De buitenlandse hulp stroomt intussen binnen. Het Internationale Rode Kruis liet zaterdag weten dat ruim 7,6 miljoen euro nodig is voor de eerste noodhulp. De Nederlandse regering heeft al 1 miljoen uitgetrokken voor de slachtoffers op Java. Ook andere landen en organisaties hebben steun toegezegd, waaronder de Verenigde Staten en de Europese Unie.

Volgens de Indonesische autoriteiten is er vooral een tekort aan artsen en medische voorzieningen in het rampgebied. In verband met de dreigende uitbarsting van de vulkaan Merapi in dezelfde regio waren al veel medische hulpverleners in Midden-Java aanwezig, maar de ziekenhuizen kunnen de enorme stroom gewonden desondanks nauwelijks verwerken.

Honderden gewonden, van wie de meesten botbreuken hebben opgelopen, moeten bij gebrek aan ziekenhuisbedden in de openlucht worden behandeld. Zij liggen op zeiltjes, matjes en zelfs stapeltjes kranten. Verpleegkundigen moeten bij gebrek aan apparatuur infusen ophangen aan boomtakken. Veel slachtoffers hebben sinds het natuurgeweld zaterdagochtend vroeg toesloeg niets meer gegeten.

De afdelingen van Artsen zonder Grenzen in België en Frankrijk hebben teams van onder anderen artsen naar het gebied rond Yogyakarta gestuurd. Noorwegen heeft ook een medisch team gestuurd dat een veldhospitaal moet gaan opzetten. Ook de VS, China, Australië en veel Aziatische buurstaten hebben Indonesië geneeskundige hulp aangeboden voor de slachtoffers.

Het epicentrum van de beving, die zaterdag plaatshad rond 01.00 uur Nederlandse tijd, lag volgens de website van de Amerikaanse geologische dienst USGS dicht voor de kust op een diepte van 17,1 kilometer onder de zeebodem. De regio Bantul, ten zuiden van de stad Yogyakarta, is het zwaarst getroffen. In dat gebied wonen ongeveer 800.000 mensen, aldus de website van de regionale overheid. Het is een grotendeels agrarisch gebied maar wel zeer dichtbevolkt.

De aardbeving, die volgens de USGS een kracht had van 6,3 op de schaal van Richter, heeft beperkte schade aangericht aan het wereldberoemde monument Borubudur, het grootste boeddhistische complex ter wereld. Op foto’s die kort na beving zijn gemaakt, is te zien dat kleinere bouwwerken nabij het hoofdmomument zijn verwoest, maar het totale complex is intact. Ook het nabij gelegen hindoeïstische complex Prambanan liep schade op.