Gemeengoed
Ik vraag me af
Er moet toch zijn
Verbondenheid in eenvoud
Ik snap het niet, vertel me
Waar stilte slechts doorbroken wordt
Door het fladderen van een duif
Gedeelde poel van tranenzout
Het ijs van pijn doet smelten
Waar aarde, zwartgeblakerd,
De lindeboom weer voedt
Een en dezelfde wind is het die ons
Ons hart laat zingen
Even zo graag omhelzen wij
De dageraad die groet
Ik weet, er is een binnenste
Dat ons ten diepste bindt
Ik zie, het zwarte as slaat neer
Toch ruik ik steeds de rozen