Skip to main content

Vier dagen zweten en doorzetten

Menig landgenoot zocht de afgelopen tijd verkoeling aan het strand. Elf VROM-medewerkers wierpen zich op een veel actiever tijdverdrijf. Zij waagden zich op initiatief van een paar collega’s uit Arnhem aan de Nijmeegse wandelvierdaagse.„In eerste instantie hebben we alleen binnen de Inspectie een mailtje gestuurd. Toen bleek dat daar heel weinig reacties op kwamen, hebben we VROM-breed geworven”, vertelt Tineke Ros uit Oost. „Daarop kwamen 50 reacties, waaruit een groep van elf wandelaars is ontstaan.

Ronald Peters en Janne Christoffel liepen dit jaar voor de vijfde keer. Voor Aart Ligthart, Karin Koster, Mieke Ligthart, Anno Loonstra, Johanna Stam, Ton de Rooij, Lita Kalicharan en Sohba de Rooij was het de eerste Vierdaagse. Ik zelf liep de tocht voor de tweede keer.” Peters en Loonstra liepen iedere dag 50 kilometer en de rest hield het bij 40. „ Afgelopen maanden heeft iedereen hard getraind. We hebben als groep verschillende lange tochten gemaakt, maar ook individueel veel gelopen. Anders red je het niet.” Voor Ros viel de Vierdaagse dit keer mee.

„Natuurlijk was het wel erg warm, maar daar hebben we ons aan aangepast. Per dag dronken we zeker vier liter water en zorgden we ervoor dat we genoeg zout binnenkregen. Verder waren er toeschouwers die ons nat spoten met een tuinslang. Dat is dan echt heerlijk.” De collega’s verschenen iedere dag rond halfzes aan de start. Peters en Loonstra liepen apart en begonnen nog eerder. „Na de start liepen we altijd eerst drie uur door. Meestal hadden we na 15 kilometer onze eerste stop. De tweede en de derde volgden na 25 en 33 kilometer. In die pauzes kon iedereen weer bijkomen. Je krijgt toch altijd wel last van moeie voeten of zere benen”, vertelt Ros. „Gelukkig mochten we gebruik maken van de faciliteiten van de douane. Dat hebben we via het Ministerie van Financiën kunnen regelen. Ros had tijdens de tocht bijna geen problemen.

„Afgezien van twee blaartjes en wat spierpijn in mijn bovenbenen.” Collega Christoffel had minder geluk. Zij had voor de wandeltocht al een blessure en heeft om haar voet te ontlasten de laatste weken voor het evenement niet meer getraind. Ros: „Dat heeft niet geholpen. Na de eerste dag moest ze helaas opgeven. Ze is echter wel in de buurt gebleven om ons te supporten.” Het is Ros goed bevallen om met collega’s te wandelen. „Het klikte onderling heel erg goed. Ik denk dat er zeker wel contacten blijven.” De VROM-medewerkers wandelden ook voor een goed doel. Ze lieten hun afgelegde kilometers sponsoren en wisten zo ongeveer 1.000 euro te vergaren voor de Stichting Tileng. Deze stichting bekommert zich om zeer arme woongemeenschappen in Indonesië. .”

De vierdaagse van Nijmegen (2)

De vierdaagse in Nijmegen gaat dinsdag voor de 87ste keer van start. Een groep vierdaagse-fanaten bij VROM is er klaar voor. Blaren, spierpijn en afzien. Tineke Ros en Janne Christoffel van de VROM-Inspectie laten zich niet afschrikken. Samen met negen VROM’ers ‘uit alle windrichtingen’ doen ze mee. Het tweetal van Inspectie mikte op een hoog aantal sportieve VROM’ers. ‘Uiteindelijk zijn de diehards’ overgebleven, vertelt Tineke Ross in tellus. ‘Maar ook onze sg, Marjanne Sint, doet een halve dag mee.’

De groep wandelt voor een goed doel, de Stichting Tileng. ‘Deze stichting realiseert projecten in Indonesië op het gebied van huisvesting en scholen. De plaatselijke bevolking kan ook financiële steun krijgen voor eigen projecten. Het is geen toeval dat we voor Tileng geld ophalen. Zo is de voorzitter van onze ondernemingsraad ook voorzitter van de Stichting Tileng.’ Er is vanuit VROM bijna 700 euro opgehaald. ‘Allemaal toezeggingen van collega’s. Na de vierdaagse ontvangen ze ‘onze’ rekening.

We hopen op meer sponsors, zowel voor als achteraf. Een mooi eindbedrag? 1500 euro.’ Trainen voor de vierdaagse hoort erbij, ‘want binnen een half jaar moet je zeker zo’n vijfhonderd kilometer in de ‘benen’ hebben.’ Ross heeft al eerder meegelopen; ‘en toen dacht ik; nooit meer de vierdaagse en zeker niet op nieuwe schoenen. Na de eerste dag had ik enorme blaren. Het Rode Kruis lapte mijn voeten gelukkig op. De vierdaagse is leuk, bijzonder en grensverleggend. Met een beetje extra inspanning lukt het. En als je in je vrije tijd grenzen kan verleggen, dan lukt je dat ook in je werk.’

 

 

 

De vierdaagse van Nijmegen (1)

Vanochtend heeft de voorzitter van Stichting Tileng de t-shirts overhandigd die tijdens de vierdaagse van Nijmegen zullen worden gedragen door de wandelaars van VROM. Zij zullen proberen tijdens de wandelvierdaagse zoveel mogelijk geld op te halen om Stichting Tileng te steunen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Deze t-shirts zijn kostenloos beschikbaar gesteld door: Hans Textiel & Mode uit Ridderkerk.

 

Op de bres voor Tileng

Capels echtpaar zet zich in voor Indonesisch dorpje ‘In de rimboe merk je wat voor spekkopers Nederlanders zijn’

Het Capelse echtpaar Lange heeft zijn hart verpand aan Indonesië. Getroffen door de omstandigheden waar het voormalige Foster Parents-kind Ribut in leeft, hebben Ton en Wil een stichting opgericht om het leven daar aangenamer te maken. Maar ze willen absoluut niet de Nederlandse weldoener uithangen. Met behulp van sponsors kregen ze wél twee kleuterschooltjes van de grond.

Capelle aan den IJssel; Ton Lange, burgerlid van Capels Belang, maakte zes jaar geleden een reis naar Indonesië. Samen met zijn vrouw Wil. Niet alleen voor een vakantie, maar ook nog om zijn toen nog Foster Parents-kindje te bezoeken. Ribut heet zij. Na een intensieve briefwisseling nodigden haar ouders het echtpaar Lange uit voor een persoonlijke kennismaking in Manggung, een gehucht ten zuiden van Yogyakarta op Java. De Capellenaren namen deze uitnodiging dankbaar aan. Ze boekten een rondreis door Indonesië, met daar inbegrepen een tweedaags bezoek aan het toen 5- jarige meisje.

Foster Parents gaf hen aanvankelijk geen toestemming om langer dan een uur in het gehucht te blijven. ,,De mensen wonen in een bamboehut met gaten in het dak. Ze slapen op de grond. Het is er veel te gevaarlijk,” vond de organisatie. Ton Lange hield echter voet bij stuk. Onderweg naar de rimboe kochten de Capellenaren twee geiten, een aantal kippen, een baal rijst, wat suiker en thee voor de familie van Ribut. ,,Dit transport was een hele belevenis. De geiten werden met hun poten vastgebonden en in de laadruimte van ons busje gelegd. Dat is niet zielig. Die beesten zijn het gewend. Ze worden er zelfs op de fiets vervoerd. Achterop de bagagedrager.”

,,De vader van Ribut werkt af en toe als loonarbeider. Voor dat werk kreeg hij destijds dertig eurocent per dag. Voor een kilo rijst moest hij een hele week werken. Een geit was voor hem al helemaal onbetaalbaar. Dolgelukkig waren ze dan ook met de beesten. De bedoeling was dat hij ze zou gaan fokken. Daar is het nooit van gekomen. Hij had geld nodig om zijn dochtertje onderwijs te kunnen geven. Hij heeft ons gevraagd of hij de geiten mocht doorverkopen.”

Toen Ton en Wil Lange in Manggung aankwamen, liep het hele dorp uit. ,,Een attractie waren we voor ze. Waarschijnlijk waren wij de eerste blanken die ze in hun leven zagen.” Wil: ,,Ze sloofden zich vreselijk voor ons uit. Met z’n allen, er wonen ongeveer vijftig gezinnen in Manggung, hadden ze voor ons gekookt. De volgende ochtend kregen we een emmer water om ons te wassen. Dat water had het gezin geleend omdat zijn eigen tank al een tijdje leeg was. Die tank hebben we toen maar gelijk voor ze laten vullen.”

Haar echtgenoot: ,,De volgende dag kregen we een rondleiding door het dorp. Al lopende ontstond het idee om in Nederland sponsors te zoeken. Aan het dorpscomité hebben we gevraagd wat ze wilden. Want ik ga daar niet de grote meneer uithangen. Ik wil beslist niet met dat westerse vingertje wijzen, alsof ik het allemaal zoveel beter weet dan zij.”

Thuis vond Lange een geldschieter bereid te investeren in drie stenen huisjes, waaronder die van ‘zijn gezinnetje’. Ook schonk deze sponsor geld voor de renovatie van zeven andere huisjes. ,,Voor mij was de kous daarmee niet af. Ik wilde verder, maar mijn sponsor vond dat ik me eerst maar eens moest formaliseren. Tijdens een filmavond met familie borrelde het idee op om een stichting te beginnen. Een week later was de stichting Tileng (naam van dorp waar Manggung deel van uitmaakt, red.) geboren.”

Anno 2003 zijn de eerste resultaten geboekt. Met hulp van de stichting zijn er reeds twee kleuterschooltjes verrezen. Een in Manggung en een in het buiten Tileng gelegen Baturraden. Inmiddels had het echtpaar Lange een nieuw pleeggezin ‘geadopteerd’. Tijdens een tweede rondreis door Indonesië, in 1999, had het chauffeur Puri ontmoet. Hij zorgde voor zijn moeder, zijn zus en haar zoontje. De vader van zijn neefje was na de bevalling weggelopen. ,,Voor Puri probeer ik geld in te zamelen voor een busje. Zodat hij voortaan eigen baas is. Nu moet hij, als hij toeristen rondleidt, een busje huren bij een autobedrijf. Drie euro houdt hij per dag over, terwijl de toeristen 35 euro betalen. Daarom slaapt hij stiekem in zijn auto. Overnacht hij in een lodge of een hotelletje, wat volgens regels moet, dan verdient hij er geen stuiver aan.”

Na dit pleeggezin volgde er nog een, in Baturraden. Voor dit gezin heeft Lange midden in het dorp een stukje grond gekocht zodat het een eigen winkeltje kan beginnen. Foster Parents heeft zich inmiddels teruggetrokken uit Manggung. Maar Wil en Ton gaan door. Zowel privé als met de stichting. Op de rol staan onder meer drie koeienprojecten. Eén gezin krijgt een koe die wordt gedekt. Zodra het kalf is geboren, gaat de koe naar een ander gezin. ,,Het is misschien een druppel op de gloeiende plaat. Maar ieder geholpen gezin, is er een,” vindt Wil. Ton tenslotte: ,,Die mensen een beter leven geven, dat is onze drijfveer. Als je eenmaal daar bent geweest, zie je pas wat voor spekkopers wij Nederlanders zijn.”