Skip to main content

Tag: landerijen

Geweldig initiatief in Baturraden: Een groene school

Het begon in 2011 met de droom van Myra Safar, die een beter soort onderwijs voor haar dochters wilde. Met beter bedoelde ze minder star, minder gericht op koele cijfers en meer op de ontwikkeling van de leerlingen.

Myra dacht daarbij aan een school waar iedereen naar toe zou kunnen, ongeacht (financiële) achtergrond of (academisch) potentieel. Een school waar ook kinderen die speciale aandacht nodig hadden welkom zouden zijn.

Op ‘haar’ school zou met name gebruik gemaakt moeten worden van de rijkdom van de Indonesische natuur. Bergen, rivieren, landerijen, bossen, de zee, dit zijn allemaal rijke bronnen van kennis en motivatie, en daarmee goede handvatten voor onderwijs.

Meer dan de helft van Indonesië is bedekt met bos, maar dat is onderhavig aan enorme ontbossingen. De kennis van het belang van ‘onze longen’, de bossen, moet derhalve ook in Indonesië worden vergroot.

Met andere woorden, de natuur kan een belangrijk onderdeel zijn van goed onderwijs en dat onderwijs kan vervolgens weer bijdragen aan een beter omgaan met de natuur.

Myra nam zich vervolgens voor zelf het verschil te gaan maken. Ze besloot een school te stichten waar het milieu, naast de gewone vakken, een belangrijk onderdeel van het lesprogramma moest worden. Het werd, naar het voorbeeld van een school in Bogor, een zogenaamde Groene School (“Sekolah Alam”).

De lessen worden in de Groene School niet alleen in het klaslokaal gegeven, maar ook buiten, in de natuur, op een markt, of andere locaties, waar kan worden geleerd door eigen waarneming en interactie. De lessen zijn gebaseerd op de creativiteit van het onderwijzend personeel, met de natuur als hulpmiddel en het lesmateriaal als gids.

Myra is er van overtuigd dat kinderen, die in en met de natuur leren, van die natuur gaan houden en er later, wanneer zij het voor het zeggen hebben, beter voor zullen zorgen.

Samen met Anas, haar echtgenoot, en de medewerking van de gemeenschap, is haar droom werkelijkheid geworden. Er is grond ter beschikking gesteld en er is door vele vrijwilligers hard gewerkt. Het is geen traditionele, glad betegelde en kleurig geverfde school geworden, maar hij staat wel midden in de bossen en is precies geschikt voor het soort onderwijs waar hij voor bedoeld is.

In juni 2012 is de school in Baturraden geopend met 18 leerlingen. Aan het eind van het schooljaar waren dat er al 36. Later dit jaar hopen ze het nieuwe schooljaar te starten met 60 leerlingen, 8 leerkrachten en 3 assistenten.

Wij wilden dit mooie verhaal graag met u delen. Niet alleen omdat er vertegenwoordigers van Stichting Tileng actief bij dit initiatief betrokken zijn, maar ook omdat dit weer eens aangeeft dat er in ‘onze dorpen’ door de bewoners zelf hard wordt gewerkt aan een betere toekomst. De keuze van Stichting Tileng om niet zelf aan de slag te gaan, maar om alleen – daar waar nodig – lokale initiatieven te ondersteunen, lijkt eens te meer een goede geweest.

 

Oog in oog met een koe

De koe kijkt me enigszins meewarig aan. Ze lijkt zich niet bewust van haar enorme waarde.

Ik ben dat  – sinds mijn arriveren hier in deze desa –  des te meer. Na mijn tocht langs de scholen en huizen, die met steun van Stichting Tileng gerealiseerd zijn in Imogiri, begeef ik mij naar de desa Tileng/Manggung. In tegenstelling tot Imogiri, dat onder de rook van Yogyakarta ligt en stedelijk te noemen is, zijn deze twee dorpjes gelegen in een zeer landelijk gebied.

Hier is Stichting Tileng ooit begonnen te bestaan, toen de oprichter besloot dat het zo niet langer kon in het dorpje dat hij bezocht en, terug in Nederland, startte met het steunen van kleinschalige projecten. Inmiddels zijn die projecten grootschalig te noemen; ze hebben een belangrijke impact op de gemeenschap. Een van de grootste successen hier is de – tot de verbeelding sprekende – buffelbank.

Tijdens mijn eerste bezoek aan de nabijgelegen landbouwgrond wordt mij de reden van het succes meteen duidelijk. Ik zie kilometers en kilometers aan land en ik begrijp: dit enorme oppervlak moet verbouwd worden. Op de landerijen groeien pinda’s, rijst en cassave. De spierkracht van de koe wordt gebruikt voor het bewerken van het land. Maar dat niet alleen. De koe is ook een uitstekende ‘mestfabriek’ en wordt als zodanig ingezet om het land vruchtbaar te houden. Bovendien is de koe – over het algemeen na kunstmatige inseminatie – de voortbrenger van een waardevol kalf, dat op de markt verkocht kan worden, zodat de familie in kwestie naast de opbrengst in natura er ook financieel op vooruit gaat.

Iedere familie heeft een eigen koe gekregen. En iedere familie heeft de verantwoordelijkheid voor die koe. Als de koe niet aan het werk is, staat ze in de houten stellingen naast het land. In de verte zie ik iemand aan komen lopen met gigantische balen gras. Nog even en de koe die mij zojuist nog meewarig aankeek heeft alleen nog oog voor haar avondmaal. Wat een mooi project. Helpt u ons om nog meer buffelbanken te realiseren? Steun Stichting Tileng!