Skip to main content

Gemeengoed

Ik vraag me af

Er moet toch zijn

Verbondenheid in eenvoud

Ik snap het niet, vertel me

 

Waar stilte slechts doorbroken wordt

Door het fladderen van een duif

Gedeelde poel van tranenzout

Het ijs van pijn doet smelten

Waar aarde, zwartgeblakerd,

De lindeboom weer voedt

 

Een en dezelfde wind is het die ons

Ons hart laat zingen

Even zo graag omhelzen wij

De dageraad die groet

 

Ik weet, er is een binnenste

Dat ons ten diepste bindt

Ik zie, het zwarte as slaat neer

Toch ruik ik steeds de rozen

 

Een keten van samenwerking

Tijdens mijn bezoek aan Baturraden rijdt Santos, de lokale vertegenwoordiger van de stichting, me op zijn scooter van het ene naar het andere project. Achterop kan ik ruimschoots genieten van al het moois in de omgeving van het dorp. En, we maken op een efficiënte manier gebruik van de tijd.

Ik bezoek projecten (voornamelijk scholen) die reeds voltooid zijn en projecten die nog op de (lange) wachtlijst staan. Tijdens onze tochtjes valt het me op hoe groot het aantal mensen is dat Santos blijkt te kennen. Van parkeerwachters tot parkwachters, van koopmannen tot huisvrouwen en leraressen. Overal groet hij mensen en maakt hij een praatje. En denk maar niet dat het  ‘populair doenerij’ is. Hij is oprecht geïnteresseerd en je voelt dat de mensen hem mogen.

Op mijn vraag hoe hij toch al die mensen kent, zegt hij me, glimlachend en in vloeiend Nederlands: aandacht, heel veel aandacht. Aandacht voor de gezinssituatie, aandacht als er problemen zijn op school, op het werk, financieel. De aandacht vertaalt zich in een luisterend oor, een advies of het aandragen van een mogelijke oplossing.

Samen met Iko, werkend voor de regering op het departement ‘toerisme’, en tweede vertegenwoordiger voor Stichting Tileng, begon Santos (zelf al jarenlang gids) zo’n tien jaar geleden aan een meerjaren plan om Baturraden een veiligere en meer winstgevende plek te maken.

Ze geloofden in de potentie van het toerisme in hun gebied en streefden ernaar dit tot een betrouwbare bron van inkomsten te maken. Met hart en ziel zetten ze zich in voor de gemeenschap als geheel. Een belangrijke pijler van de strategie – uitgedacht door de bedachtzame Iko en met beide handen aangegrepen door de pragmatische Santos – is de oprichting van verenigingen. Zo heeft iedere beroepsgroep een eigen vereniging gekregen. De masseurs bij de heetwaterbronnen, de parkeerwachters, de koopmannen in het park. Die verenigingen maken afspraken, hebben vergaderingen,  controleren en sturen bij. Gaandeweg en met vallen en opstaan groeide zo het onderlinge vertrouwen, de sociale controle en uiteindelijk de veiligheid in de gemeenschap.

De criminaliteit daalde spectaculair en er kwamen zelfs journalisten vanuit het hele land om dit succes te rapporteren.

Het grootste geheim van het succes van dit ‘dreamteam’ zit hem in de bundeling van krachten. Op zo’n manier dat een enorme participatie bij de bouw van een nieuwe school het resultaat is. Zodanig, dat iedereen zijn of haar steentje kan en wil bijdragen. Oók Stichting Tileng, die juist in zo’n soort omgeving veel meer is dan een geldschieter. De gemeenschapszin die met zoveel geduld is opgebouwd kan namelijk vorm krijgen door het financieren van lokale projecten. Dat maakt Stichting Tileng een van de schakels in een duurzame en constructieve ‘keten van samenwerking’. We zouden er in Nederland nog wat van kunnen leren, van die keten. Draagt u ook uw steentje bij? Steun Stichting Tileng!

Unieke veiling bij Lokal Heroz in Rotterdam

Als gevolg van een unieke samenwerking tussen The Letterfreak en LokalHeroz (de Rotterdamse ‘all inclusive store for men’) is enige tijd geleden de wedstrijd “Fotografeer Je Held” gelanceerd. Iedereen heeft zijn eigen held, die als (lichtend) voorbeeld voor hem of haar dient. Of dat nu een familielid, vriend(in), pop- of filmster is, een politicus of religieus leider; een held heeft vrijwel iedereen. Misschien zijn de mensen achter Stichting Tileng wel een held voor jou: de donateurs bijvoorbeeld of de vertegenwoordigers op Java die met veel inzet zorg dragen voor de uit te voeren projecten.

Hoe dan ook, de wedstrijd heeft een aantal mooie foto’s opgeleverd, kijk maar eens op de site van Regiostock.

Uit alle inzendingen zijn vijf winnaars gekozen. De werken van deze winnaars zijn inmiddels te bewonderen bij LokalHeroz aan de Oppert 294 in Rotterdam. De foto’s zijn afgedrukt op verschillende materialen, zoals canvas, spanframe en het zeer exclusieve dibond  met epoxy. Deze afdrukken zijn geleverd door The Letterfreak. De winnende foto’s zijn vanaf nu ook te bekijken op de site van The Letterfreak.

De beelden van de helden zullen op 17 december ter veiling worden aangeboden. Deze veiling zal gehouden worden in de winkel van LokalHeroz.

Om 17:00 uur zal de Rotterdamse Wethouder Alexandra van Huffelen de expositie officieel openen. Diezelfde avond zullen de prijswinnaars hun prijzen overhandigd krijgen. Zo gaat de nummer één met een Ipad naar huis. Deze Ipad wordt aangeboden door MCT Center uit Capelle aan den IJssel. De opbrengst van de verkochte stukken zal – na aftrek van de productiekosten – geschonken worden aan Stichting Tileng.

Iedereen is op 17 december van harte uitgenodigd!

Een schril contrast

Herinnert u zich mijn beschrijving van mijn overnachting in Manggung nog? De nachtelijke avonturen bestonden o.a. uit een ‘kat en ratspel’ op het dak en een snurkende gastvrouw. Ik schreef er twee weken geleden een weekendverhaaltje over. Welnu, na mijn verblijf aldaar begaf ik me via Imogiri naar Baturraden, de derde en laatste (door mij bezochte) desa waar Stichting Tileng projecten heeft.  En, zo bleek, ik had mijn laatste dagen in Baturraden hard nodig. Om alles wat er tot nu toe gerealiseerd is te bezichtigen, maar ook om op de hoogte gesteld te worden van alles wat men daar nog van plan is. Eigenlijk heb je daar minstens drie weken voor nodig. Ik had nog maar vijf dagen. Het zou een intensief en boeiend bezoek worden.

Onder alles wat zich aan mijn oog voorbij trok, bevond zich een schril contrast. Het deed me nog het meest denken aan het verschil tussen het  ‘voor’ en het  ‘na’ in (westerse) metamorfoses. De metamorfose betrof hier echter geen auto, geen schoonheidsideaal en geen interieur.
De metamorfose had hier betrekking op een lagere school. Op meerdere lagere scholen. Enerzijds de pasgebouwde (door Tileng gerealiseerde) scholen; stevig en weldoordacht geconstrueerd. Anderzijds de sterk verloederde oude scholen, die al tijden op de wachtlijst van de stichting staan. Waar de nieuwe school ruimte, licht en een frisse atmosfeer ademt, zie je de plafonds van de oude gebouwen van ellende in elkaar vallen. Plafonds die al jarenlang schreeuwen om onderhoud. Plafonds waar asbest in verwerkt is. Plafonds waarvoor docenten zo bang zijn, dat er ze geregeld het idee opperen om met een helm op les te geven. Echt, zo erg is het. De regering heeft simpelweg te weinig geld. En als de school al voor een opknapbeurt in aanmerking komt dan blijft het over het algemeen bij een likje verf.

En tja, wat doe je dan? Je maakt foto’s. Je praat met mensen. Je verwondert je. Je verbaast je.
Over de enorme ongelijkheid in de wereld. De aanblik van de oude scholen doet gewoonweg pijn.
Het maakt boos en frustreert. De nieuwe scholen, daarentegen, die inspireren. Zeker als mij verteld wordt hoe groot de participatie van de gemeenschap geweest is bij het bouwen van de laatst gerealiseerde lagere school. Iedereen droeg -letterlijk-  zijn steentje bij. De vrouwen verzorgden de catering. De mannen zetten hun spierkracht in. Gezamenlijk zocht de gemeenschap materiaal dat hergebruikt kon worden. Zo kon er op alle vlakken bespaard worden.

En wat doe je dan? Je verwondert je opnieuw. Je verbaast je over de kracht van de mens. Over het bundelen van die krachten, dat dat lukt. Het zou zoveel vaker moeten lukken. En wat doen je dan?
Je schrijft erover. Om te delen en vooral: om krachten te bundelen. Het schrille contrast doet teveel pijn aan de ogen. Met een helm op lesgeven vanwege rondvliegende stukken plafond: dat is toch te gek voor woorden?  Steun Stichting Tileng!

 

Op bezoek in Baturraden

Zoals al gemeld op deze site, ben ik in oktober afgereisd naar Indonesië met de bedoeling om de projecten van Stichting Tileng te bezoeken. Ik logeerde bij onze plaatselijke coördinator Tekad Santos, waar ik zeer hartelijk door hem en zijn gezin ben ontvangen.  En op 1 november ben ik begonnen te doen waarvoor ik naar Indonesië kwam, namelijk scholen bezoeken. Santos had er 29 op zijn lijstje staan. Beetje veel, we konden ze de komende dagen echt niet allemaal bezoeken.

We begonnen met de kleuterschool, die geen gebouw heeft. Ze zitten eigenlijk in de gang van een gebouw. Met hergebruik van materialen en met participatie van de ouders is er op zich niet eens zoveel geld nodig om een gebouw voor hen neer te zetten. Er is al een stuk grond waar het schooltje gebouwd kan worden. Nu nog ongeveer € 12.000,– zien te vinden. Ook andere scholen bezocht, die nog op de ‘wachtlijst’ staan. Kapotte daken, plafonds met gaten, klassen die, door ruimtegebrek,  bij elkaar in één lokaal zitten….wat een contrast met de scholen die, dankzij uw hulp, door Stichting Tileng zijn gebouwd. Maar ook op deze scholen zijn ze heel blij met schriftjes, balpennen, enz.  De scholen hebben één ding gemeen, overal waar je komt zie je lachende kindergezichtjes.  En ook de onderwijzers zijn blij met de spulletjes die ze krijgen.

De scholen op de wachtlijst hebben mij gevraagd of Stichting Tileng ook hen wil helpen. En natuurlijk willen wij dat heel graag, maar dat kan alleen met uw steun.  Stichting Tileng steunt de desa’s, steunt u Stichting Tileng?

Lokale rijkdom

Tijdens mijn verblijf in Manggung/Tileng , slaap ik op de grond van het huis van het dorpshoofd.

’s Avonds, voor het slapen gaan, wordt er een mat neergelegd en krijg ik een laken om me mee te bedekken. Ik zie uit naar dat eenvoudige bed, want ik ben doodmoe. Maar hoe moe ik ook ben, het wordt een korte nacht.

De onbekende geluiden verhinderen me de slaap te vatten. Gebiologeerd en enigszins verschrikt luister ik naar de rat die vlak onder het dak opgejaagd wordt door de kat die rare sprongen maakt. Iedereen om me heen lijkt in diepe rust te zijn. En als ik na het ‘kat en rat-spel’ opgelucht ademhaal om eindelijk te kunnen gaan slapen, hoor ik dat de vrouw des huizes (die op minder dan een meter afstand ligt) is begonnen met snurken.

De volgende dag blijkt Astin, de tolk die mij zo trouw vergezelt, heerlijk geslapen te hebben.  Mijn kleine oogjes verraden me en ik vraag haar of zij niks gehoord heeft. ‘Die geluiden? Ja, die heb ik wel gehoord, maar die moet je gewoon negeren, dan val je vanzelf in slaap,’ antwoordt Astin. Waarna ze me vraagt: ‘Hoor je in jouw huis dan geen geluiden?’ Waarop ik me bedenk dat het in mijn huis relatief erg stil is. Omdat het huis relatief erg groot is. En de muren relatief erg dik .
Het leven in deze kleine hutjes dwingt je tot aanpassing. Aan de kleine ruimte, aan de dunne wanden en aan de vele geluiden. Het is precies die aanpassing die ik bewonder in de mens. Het is de reden dat er zoveel verschillende culturen zijn. De flexibiliteit om adequaat te reageren op de heersende omstandigheden; ik zou het lokale rijkdom willen noemen.  Wat direct aangeeft waarom een buitenstaander vlak na zijn aankomst in een vreemde omgeving arm te noemen is.

Het geeft ook aan waarom het voor Stichting Tileng zo belangrijk is om het initiatief voor de uit te voeren projecten bij de lokale bevolking te laten. Zij kennen tenslotte hun omgeving het beste. Zij weten als geen ander waar de behoeftes liggen. Dikkere wanden zullen zij misschien voorstellen om beter bestand te zijn tegen een eventuele aardbeving. Maar in ieder geval niet vanwege een snurkende vrouw des huizes. Steun Stichting Tileng!

Oog in oog met een koe

De koe kijkt me enigszins meewarig aan. Ze lijkt zich niet bewust van haar enorme waarde.

Ik ben dat  – sinds mijn arriveren hier in deze desa –  des te meer. Na mijn tocht langs de scholen en huizen, die met steun van Stichting Tileng gerealiseerd zijn in Imogiri, begeef ik mij naar de desa Tileng/Manggung. In tegenstelling tot Imogiri, dat onder de rook van Yogyakarta ligt en stedelijk te noemen is, zijn deze twee dorpjes gelegen in een zeer landelijk gebied.

Hier is Stichting Tileng ooit begonnen te bestaan, toen de oprichter besloot dat het zo niet langer kon in het dorpje dat hij bezocht en, terug in Nederland, startte met het steunen van kleinschalige projecten. Inmiddels zijn die projecten grootschalig te noemen; ze hebben een belangrijke impact op de gemeenschap. Een van de grootste successen hier is de – tot de verbeelding sprekende – buffelbank.

Tijdens mijn eerste bezoek aan de nabijgelegen landbouwgrond wordt mij de reden van het succes meteen duidelijk. Ik zie kilometers en kilometers aan land en ik begrijp: dit enorme oppervlak moet verbouwd worden. Op de landerijen groeien pinda’s, rijst en cassave. De spierkracht van de koe wordt gebruikt voor het bewerken van het land. Maar dat niet alleen. De koe is ook een uitstekende ‘mestfabriek’ en wordt als zodanig ingezet om het land vruchtbaar te houden. Bovendien is de koe – over het algemeen na kunstmatige inseminatie – de voortbrenger van een waardevol kalf, dat op de markt verkocht kan worden, zodat de familie in kwestie naast de opbrengst in natura er ook financieel op vooruit gaat.

Iedere familie heeft een eigen koe gekregen. En iedere familie heeft de verantwoordelijkheid voor die koe. Als de koe niet aan het werk is, staat ze in de houten stellingen naast het land. In de verte zie ik iemand aan komen lopen met gigantische balen gras. Nog even en de koe die mij zojuist nog meewarig aankeek heeft alleen nog oog voor haar avondmaal. Wat een mooi project. Helpt u ons om nog meer buffelbanken te realiseren? Steun Stichting Tileng!

Huizenbouw

Tijdens mijn verblijf in Imogiri, dat op ongeveer een uur rijden van Yogyakarta ligt, bezoek ik in totaal vijf scholen, die in de nabije omgeving liggen. De scholen zijn alle gebouwd of verbouwd met hulp van Stichting Tileng. Opvallend is de kleurrijke en kindvriendelijke uitstraling die de panden hebben. Het resultaat mag er zijn, ook al is er bij alle panden wel iets dat dringend aandacht (en dus geld) behoeft.

Die kleurrijke uitstraling zie je ook terug in de bouw van de permanente huizen in Imogiri. Toen daar de huizen na de aardbeving in mei 2006 een voor een in elkaar zakten, bood de stichting hulp aan degenen die de kosten van de bouw van een nieuw huis niet op zich konden nemen. Het resultaat was de bouw van 35 tijdelijke huizen, ook wel noodwoningen genoemd. Deze noodwoningen hebben muren die (van de grond af) voor de helft uit cement bestaan; het overige gedeelte is gemaakt van bamboe. De daken bestaan uit aluminium golfplaten, die ondersteund worden door hardhoutenliggers. Op het eerste gezicht ziet zo’n huis er heel aardig uit. Je vraagt je af waarom zo’n huis maar tijdelijk voldoet en niet voor altijd gebruikt kan worden.

Welnu, daar zijn twee belangrijke verklaringen voor. Ten eerste: deze tijdelijke huizen zouden bij een eventuele nieuwe aardbeving als een kaartenhuis in elkaar vallen. Ten tweede: een bamboehuis verliest gaandeweg zijn kracht. Niet alleen hebben de verschillende weersomstandigheden hun invloed, ook parasieten kunnen zich gaan nestelen in het materiaal, waardoor het aangevreten wordt. Over het algemeen gaat men ervan uit dat een huis gemaakt van bamboe zo’n vier tot vijf jaar mee gaat.

Uitgaande van die vier tot vijf jaar, kunnen we snel de conclusie trekken dat er inmiddels (meer dan vier jaar na de aardbeving) haast geboden is met het bouwen van permanente, stenen, huizen. Deze stenen huizen blijven overigens eigendom van de stichting. De bewoners van het huis betalen ‘huur’ naar draagkracht. Zoals u weet, start de bouw van een huis alleen als er financiële middelen beschikbaar zijn. De bouw van een stenen huis kost ongeveer € 7.000. Inmiddels hebben we vier huizen kunnen realiseren. Helpt u ons huis nummer vijf tot en met (voorlopig) twintig te bouwen? Steun Stichting Tileng!

Woorden aan de wand

Aan de wand van de kleuterschool die ik bezoek hangt een poster met afbeeldingen van dieren. Onder de koe staat ‘sapi’, onder de slang ‘ular’. Een kameel is een ‘unta’. Ik probeer de woorden in me op te nemen. Mijn kennis van het Bahasa Indonesia is nihil en daar voel ik mij – ondanks de tolk die mij trouw vergezelt en steeds wisselt tussen Bahasa en Engels – eigenlijk helemaal niet prettig bij.

Ik mis het directe contact met de mensen. Het stoort me dat ik niet kan reageren op het moment dat ik dat wil. Nieuwsgierig als ik ben wil ik – ook in deze onbekende taal – van woord tot woord horen wat er gezegd wordt. Ik wil op mijn eigen manier iets aardigs zeggen, een kritische vraag stellen, een grapje maken. Ik wil op mijn manier bijdragen. Maar mijn eigen directe bijdrage is zo gelimiteerd als het aantal woorden dat ik ken. Nihil.

Het hebben van een tolk is natuurlijk een ongekende luxe. Ik ervaar mijn gebrek aan kennis van het Bahasa dan misschien soms als onprettig; het is alles behalve problematisch. Maar hoe moet het voelen als je in je eigen land de verkeersborden niet kunt lezen? Of als je niet gaat stemmen, omdat je het partijprogramma niet begrijpt? Wat als je er als kind van droomde om te kunnen schrijven, maar er geen geld was om jou naar school te sturen?

De poster die aan de wand hangt is lang niet zo vanzelfsprekend als in eerste instantie lijkt. Hetzelfde geldt voor die zelfde wand en voor het naar school gaan van de leerlingen die in het klaslokaal zitten. En dat terwijl scholing bitter noodzakelijk is. Om kinderen de toekomst te geven die ze nodig hebben. Om een land, sterker nog, de wereld de toekomst te geven die zij én wij nodig hebben. Dat vraagt veel meer dan kinderen bij de les houden. Daarvoor moeten we vooral onszelf bij de les houden. En bijdragen door kinderen bij de les krijgen. Niet morgen, maar vandaag. Stichting Tileng bouwt scholen en zorgt dat ook de allerarmsten naar school kunnen. Steun Stichting Tileng.