Skip to main content

Tag: java

De “Spatclub” steunt

Vanaf 2002 steunen de leden van de “Spatclub” (dansclub) in Krimpen aan den IJssel Stichting Tileng. Zij dansen 8 avonden per jaar en collecteren op elke dansavond. In de afgelopen periode heeft dat weer een aardige duit opgebracht.

Het is weliswaar een druppel op een gloeiende plaat, maar alle beetjes helpen. Alle leden vinden het belangrijk dat de mensen op Java geholpen worden.

De “Spatclub” weet dat het geld via Stichting Tileng goed terecht komt.

Op de laatste avond van het seizoen 2009 – 2010 is er weer een Bingo gehouden, waarvan de opbrengst in zijn geheel ten goede komt van de projecten van de stichting. De prijzen, nieuwe niet gebruikte cadeaus en kerstgeschenken, die door donateurs, sponsors en familie gratis beschikbaar zijn gesteld voor de “Tileng-Bingo”, waren dit jaar ook weer niet mis.

Stichting Tileng zet hem op, de dansclub blijft jullie steunen in jullie geweldige werk.

Celeanum sponsort Tileng voor minstens 1250 euro

De school, het gymnasium Celeanum, hield donderdag 15 april een sponsorloop. Het geld gaat naar Stichting Tileng.

Stichting Tileng is een organisatie die een aantal dorpen op het eiland Java steunt. De stichting heeft als doel de woon- en leefsituatie van deze dorpen te verbeteren.

De sponsorloop duurde een half uur. In deze tijd moesten alle deelnemers zoveel mogelijk rondjes van 500 meter rennen. Er waren ca. 80 deelnemers, van leerlingen tot docenten. Natuurlijk kwamen veel leerlingen supporten.

Net als de voorgaande jaren was de sponsorloop een groot succes. Het bedrag is nu al €1250,-, maar er wordt zeker meer verwacht. Het was een goede dag met een goed gevoel en een goede opbrengst voor de mensen in Tileng en voor ons.

3 luik

 

 

Inspiratie (3)

Ton Lange, de voorzitter van Stichting Tileng, heb ik in 1994 leren kennen als een fantastische en bevlogen collega bij het Ministerie van VROM. Na terugkeer van zijn vakantie in 1997 uit Indonesië deed Ton uitvoerig verslag van zijn bezoek aan de desa Tileng. Ik had er nog nooit van gehoord en ik had ook geen idee waar het lag. Twee jaar later, na een volgend bezoek op Java, kwamen er meer verhalen los, niet alleen over de mooie natuur en de cultuur, maar ook over de leef- en woonomstandigheden van de bewoners in de desa Tileng. De vele foto’s en een video spraken boekdelen. Hij vertelde later dat hij tijdens zijn vakantie het plan had opgevat om in Nederland een stichting op te richten die mogelijk iets aan die omstandigheden zou kunnen doen; een stichting die het initiatief voor verbeterplannen bij de lokale bevolking legt.

Een penningmeester had hij al gevonden, nu nog een secretaris. In de loop van 2000 had hij mij over het idee van een stichting zo enthousiast gemaakt, dat ik het niet over mijn hart kon verkrijgen om niet tot het bestuur toe te treden. En zo kon de Stichting Tileng van start gaan.

Inmiddels zijn we 10 jaar verder. Als kleine stichting was het, zeker in het begin, heel moeilijk om je draai te vinden. Er zijn immers talloze goede doelen stichtingen die aan de weg timmeren om hun doel te promoten. Het mooie aan de Stichting Tileng vind ik nog steeds, dat niet wij in Nederland bepalen voor wat voor soort projecten er geld beschikbaar wordt gesteld, maar dat de lokale bevolking initiatieven ontwikkelt voor het realiseren van projecten waaraan behoefte is.

Alles wat er tot nu toe met geld uit Nederland via de Stichting Tileng is gerealiseerd en ook de manier waarop daarover met de lokale bevolking is gecommuniceerd, geeft mij inspiratie om mij te blijven inzetten als bestuurslid van deze stichting. Zonder de hulp van een vaste kring van donateurs kan dat echter niet.

Daarom herhaal ik met klem een van de motto’s van de stichting:

Volgende week volgt een bijdrage van het bestuurslid Ellen Mierop.

 

Inspiratie (1)

Regelmatig stel ik mij de vraag wat me inspireert om me in te zetten voor Stichting Tileng. Het gaat mij daarbij om de vraag of ik mij werkelijk inzet en daarbij het beste van mezelf geef als voorzitter van Stichting Tileng.

Wat was nu de aanleiding, de vonk, die mij deed besluiten –  na een bezoek aan de desa Tileng en de dusun Manggung – om mij in te zetten voor de mensen op Java? Het waren, zo scheen het mij toe,  de erbarmelijke woon- en leefsituatie, de armoede, de gebrekkige onderwijs accommodaties en de veerkracht/blijheid van de mensen onder deze omstandigheden.

Je wilt als “rijke Nederlander” eigenlijk geen hulpverlener zijn. Liever wil je gezien worden als één van hen. Door de jaren heen is zo vriendschap en wederzijdse waardering ontstaan, ondanks het feit dat er werelden van verschil tussen zitten. In mijn beleving zou de wereld er zo anders uitzien wanneer meer mensen dat zouden doen. Samen angsten delen (aardbeving in Imogiri in mei 2006), samen huilen, samen uitspreken, hoe moeilijk het leven soms is, samen opbouwen. Juist die verbondenheid geeft mij de kracht om door te gaan.

Wat mij ook blijvend inspireert zijn de dankbare berichten van de mensen ter plekke. De geweldige resultaten die we daar, als Stichting Tileng (dankzij Nederlandse donaties), bereiken door de inzet en doorzettingsvermogen van de mensen zelf in de desa’s op Java.

Mijn voornaamste werk bestaat uit “fundraising”. Goede doelen hebben anno nu ook te maken met de economische recessie. Stichting Tileng gaat het ondanks alles redelijk, te meer omdat we tastbare resultaten laten zien. Dat, tenslotte inspireert mij des te meer om er nog harder voor de gaan.

Volgende week een bericht van penningmeester Cees van der Jagt.

SMS bericht(en)

De afgelopen week kreeg ik op een avond om 22:45 uur een SMS-je van onze vertegenwoordiger in Baturraden, Tekad Santos. Daar was het op dat moment 04:45 uur in de morgen van de volgende dag. Na enig heen en weer sms-en besloot ik hem maar te bellen om van hem te weten te komen waar de berichtjes over gingen. Hij vroeg of ons reisschema al definitief is; ik ga immers later dit jaar samen met mijn vrouw en twee donateurs een privé-reis naar Sumatra maken met aansluitend een onvermijdelijk en vanzelfsprekend bezoek aan de desa’s Tileng, Imogiri en Baturraden op Java.

Ik zei dat het definitief is en dat de vliegtickets al in ons bezit zijn. “Maar waarom wil je dat weten?” vroeg ik hem. Hij zei dat de herbouw van de lagere school in Pamijen (onderdeel van Baturraden) klaar is en dat de herbouw van de lagere school in Karangsalam (ook onderdeel van Baturraden) inmiddels is gestart, en daarom wilde hij weten wanneer wij exact in Baturraden zouden zijn. Het dorpscomité, de directeuren en ons management wil namelijk dat ik als voorzitter van Stichting Tileng de beide lagere scholen officieel in gebruik zal geven.

Ik heb gezegd dat ik daartoe bereid ben, want ik weet dat ik er vanuit kan gaan dat er dan weer mooie resultaten zijn neergezet, mede door de participatie van de ouders van leerlingen en inwoners van Baturraden.

Ik vertelde hem, dat ik in Tileng met ons plaatselijk management een bezoek zal brengen aan de “Buffelbank” en dat ik verder zal bekijken hoe het gegaan is met de bouw van het corporatiegebouw. Ook zal ik gaan praten met de mensen over de manier waarop de organisatie van de buffelbank in de andere dusuns (woongemeenschappen) van de desa Tileng plaats vindt. Op zijn verzoek zal ik ook in Baturraden overleggen over de opzet van een “Buffelbank” en op welke wijze men een projectaanvraag moet indienen.

In Imogiri ga ik kijken naar de onlangs met onze steun gerealiseerde permanente woningen, die een deel van de na de aardbeving van 2006 geplaatste bamboe noodwoningen hebben vervangen. Daarbij zal in overleg met de lokale bevolking worden gekeken naar een woningverdeelsysteem. Er moet immers worden voorkomen dat de gebouwde noodwoningen op willekeurige wijze worden vervangen door permanente. Ook in Imogiri zal ik praten over het opzetten van een  “Buffelbank”.

Interesse in de stichting

Voor een wandeling en een goed gesprek ga ik met mijn gast naar buiten, ook al is het wel wat guur in het Hitlandbos in Capelle aan den IJssel. Een heel verschil met het weer in de desa’s Tileng, Baturraden en Imogiri op Java, want daarover wil ik het hebben met mijn gast, die geïnteresseerd is in de stichting.

“Wat heb jij met de desa’s?”, vraagt de man. “Heel veel”, antwoord ik; “in 1997 gingen mijn vrouw en ik voor het eerst op bezoek bij ons pleegkind in dusun Manggung, een woongemeenschap in de desa Tileng. Ik sliep op de grond en mijn vrouw mocht in een bed slapen, samen met Ribut, ons pleegkind, en haar moeder. De volgende dag keken we rond in de desa en spraken met het dorpscomité. Ze hadden grote behoefte aan stenen woningen. Ik heb toen met de mensen van het dorp afgesproken dat zij plannen zouden maken en dat ik dan zou proberen te zorgen dat er geld voor zou komen. Op die manier zijn er vanaf toen drie nieuwe woningen gebouwd en zeven gerenoveerd.

Na verloop van tijd hebben we in 2000, samen met anderen, de Stichting Tileng opgericht, waarvan ik voorzitter werd. Bram van der Weele werd secretaris en Cees van der Jagt penningmeester.”

“Waarom voel je je zo betrokken bij Tileng?” vraagt de man. “Ik kan het niet verkroppen dat mensen onvrijwillig onder slechte omstandigheden moeten leven. Ik vind dat we er alles aan moet doen om hun situatie te verbeteren”.

Direct daarop stelt hij zijn volgende vraag: “wat doet de stichting nu precies?” Mijn antwoord: “De bewoners van de desa’s maken zelf een plan voor een bepaald project. Dat werken ze uit met hulp van onze plaatselijke  vertegenwoordigers op Java. Daarna sturen ze het op aan het bestuur van de stichting, dat het plan vervolgens beoordeelt. Als het wordt goedgekeurd, laat het bestuur de bewoners weten wanneer en in hoeveel fasen ze het geld voor het project kunnen verwachten en wanneer ze moeten rapporteren over het project. Ik ga zelf om de twee jaar naar Indonesië en dan besteed ik één week van mijn vakantie aan het bezoeken van de projecten.  Op die manier zijn er al kleuter- en lagere scholen gebouwd, leermiddelen gekocht, studiegelden van leerlingen en salarissen van onderwijzend personeel betaald. Ook loopt ons buffelproject nog steeds. Bij het buffelproject krijgt een familie een koe in bruikleen. Als de koe een kalf krijgt mag de familie dat houden, de koe gaat door naar een volgende familie. Ondertussen lopen er zo’n 125 koeien rond”.

De laatste vraag die mijn gast stelt is: “hoe komen jullie aan al dat geld?”, waarop ik vertel: “Tsja, we hebben in de bijna afgelopen 10 jaar veel donateurs voor onze stichting weten te interesseren. Ook mensen die eenmalig een bedrag overmaken en een paar royale sponsors weten het werk van de stichting inmiddels te waarderen door die waardering om te zetten in klinkende munt. De enige kosten, die de stichting aan overhead kwijt is, bestaan uit de jaarlijkse bijdrage voor inschrijving bij de Kamer van Koophandel en uit bankkosten.”

“Zo”, besluit mijn gast, “dat is heel mooi; je hebt me ervan overtuigd om sponsor van de Stichting Tileng te worden”

Van 4 oktober tot 4 november jl. ben ik met mijn vrouw op vakantie geweest in Thailand; een indrukwekkend land. Thailand heeft alle ingrediënten die een reis aantrekkelijk maken: betoverende tempels, tropische eilanden, schitterende en ongerepte natuur, glimlachende mensen, boeddhistische cultuur, lekker eten, een heerlijk klimaat en een interessante geschiedenis.

Toch ben ik tijdens zo’n reis altijd geneigd het land te gaan vergelijken met Indonesië, waar ik veel ben geweest en waar ik met mensen veel werk heb verzet om tot mooie projecten van Stichting Tileng te komen. Die zijn tot nu toe ook allemaal naar tevredenheid uitgevoerd. Ook al is de gemiddelde levensstandaard in Thailand hoger, toch lijken de problemen vergelijkbaar met die in Indonesië.

Terwijl ik in Thailand was, werd ik ondertussen wel op de hoogte gehouden van de voortgang van de projecten op Java. Aan de mensen in Baturraden en Imogiri heb ik toen laten weten, dat de rest van het Bestuur in Nederland gewoon zijn werk doet. Het functioneren van de stichting hangt nu eenmaal niet af van de vakantie van een voorzitter.

Nu ik weer thuis ben, maak ik toch stiekem al weer plannen voor een volgende privé-reis naar Indonesië met een onvermijdelijk en vanzelfsprekend bezoek aan de desa’s Tileng, Imogiri en Baturraden.

Benefietconcert voor de ‘Buffelman’ v

CAPELLE – Indonesische dorpen die welvarend en economisch onafhankelijk worden. Dat is het doel van Stichting Tileng. Zaterdag 12 september organiseert deze stichting een benefietconcert in Capelle aan den IJssel om weer een stapje in de goede richting te doen.

Opa of Pa wordt hij genoemd als Ton Lange, voorzitter van Stichting Tileng, in een van de drie dorpen in Indonesië komt.“Ik heb nu één grote familie. En dat was eigenlijk al toen ik er voor de tweede keer kwam.” Stichting Tileng steunt financieel drie dorpen (desa’s) op het eiland Java in Indonesië. De dorpen Tileng, Imogiri en Baturraden maken hun eigen plannen voor projecten om de levensstandaard te verbeteren. Stichting Tileng zorgt er vanuit Nederland voor dat er geld in het laatje komt om deze projecten te kunnen bekostigen. “Zij maken de plannen, wij maken het mogelijk. De mensen in de woongemeenschap Manggung in het dorp Tileng zijn nu al zover dat zij denken dat ze ons over twee jaar niet meer nodig hebben. Dat zou geweldig zijn als ze economisch onafhankelijk worden.” Het gaat inmiddels de goede kant op met alle desa’s. De dorpen gaan steeds meer beschikken over goede stenen huisjes, scholen en ook voor een “buffelman” wordt gezorgd. Om ervoor te zorgen dat iedere boer in de desa’s een koe heeft, ‘leent’ de “buffelman” koeien die moeten gaan kalven. Dit alles om het economisch beter te krijgen. “ De bewoners voelen zich gesteund door anderen in hun strijd voor een goed bestaan,” vertelt Lange.

In 2006 kreeg de desa Imogiri te maken met een zware tegenslag. Een aardbeving trof het gebied. Lange: “Je rijdt een dorp binnen en ziet niks meer, alles ligt plat. Dat is een shock. Het dorp is nu nog bezig om op te klimmen. Het gaat heel langzaam.” Maar de bevolking bestaat uit vechters. “De mensen zijn zo veerkrachtig, ze hebben veel plezier in het leven. En ze werken hard, ontzettend hard.” In mei van dit jaar werd Java opnieuw getroffen door een aardbeving. Dit keer niet in het werkgebied van Stichting Tileng. “Toen we van de aardbeving hoorden, schrokken we wel even. Maar binnen tien minuten kreeg ik een smsje met Pa er is niks aan de hand. Maak je geen zorgen.”

Met optredens van Wouter Muller, Wieteke van Dort, Wouter Pieplenbosch, dansgroep Nuansa Seni en Willy Manusama met een deel van haar groep is de zaterdag van 13.00 tot 22.00 uur gevuld. “Het benefietconcert is een stukje cultuur, vooral eten en drinken en een gezellig samenzijn van Indo’s, Molukkers en de rest van Capelle.”

Twee vrienden

Links op de foto staat Puri Purwanto en rechts staat Tekad Santos. Jaren geleden hebben ze elkaar beroepsmatig leren kennen; Puri rijdt toeristen rond, terwijl Tekad optreedt als gids. Ze zijn erg goed bevriend geraakt, omdat ze beiden inmiddels ook de Stichting Tileng vertegenwoordigen. Puri behartigt onze belangen in de desa’s Tileng en Imogiri en Tekad doet dat in de desa Baturraden.

Op een van onze eerste Indonesië-reizen, die mijn vrouw Wil en ik maakte, reed Puri ons naar Baturraden. Hij had ons afgezet bij het hotel en kwam ons de volgende dag weer ophalen voor een tocht met een gids. Na het eten gingen we samen wat wandelen en kwamen tegenover het hotel in contact met een Indonesiër die daar een kleine toko had. We raakten aan de praat. De man sprak redelijk goed Nederlands en vroeg of we de andere dag met hem als gids een wandeling in de omgeving wilden maken. We zeiden dat niet te kunnen afspreken, omdat onze chauffeur het een en ander zou regelen. Hij vroeg wie onze chauffeur dan wel was. Wij zeiden:”Puri”, waarop hij antwoordde dat hij zojuist een afspraak met Puri had gemaakt om zijn gasten te gidsen; die gasten waren wij.

We hebben de hele avond zitten praten en kwamen natuurlijk op het onderwerp Stichting Tileng en op het werk in de desa Tileng. Vanaf dat moment is alles in een stroomversnelling gekomen. Na een bezoek aan zijn huis is het gezin van Tekad ons pleeggezin geworden, zoals ook dat van Puri. Na deze ontmoeting is de stichting ook in Baturraden aan de slag gegaan.

Zo ziet u maar hoe een balletje kan rollen. In de afgelopen periode hebt u verhalen kunnen lezen van ons werk in Baturraden en Imogiri. Wij hopen nog lang in contact te blijven met onze pleegkinderen en ook op een goede samenwerking met onze lokale vertegenwoordigers. Naast Puri en Tekad worden de belangen van de Stichting Tileng ook nog behartigd door Deskart Jatmiko, bijgestaan door zijn vrouw Tri en de vrouw van Tekad Suci in Baturraden en door Sujatmiko, bijgestaan op afstand door Renata, in Tileng en Imogiri.

Als u wilt reageren op dit verhaal, mail mij dan via: lange@tileng.nl

In het Gymnasium

In 2005 zijn mijn man en ik door Java en Bali getrokken om de plekken te bezoeken waar mijn ouders zijn opgegroeid. Op deze reis hebben wij kunnen zien wat echte armoede is.

Een aantal jaren eerder waren wij voor het eerst aanwezig bij een voorstelling van Wouter Muller.    De boodschap van zijn luisterliedjes sloeg toen bij ons in als een bom.

Inmiddels is Wouter Muller al weer een aantal jaren ambassadeur van de Stichting Tileng en toen wij de behoefte voelden een feest te geven, was het idee snel bij ons geboren om een optreden van Wouter Muller te organiseren met aan onze familie, vrienden, kennissen en collega’s de vraag om ons daarbij blij te maken met een bijdrage in een envelopje voor de Stichting.

Op 4 juli was het zover.

Voor zo’n honderd aanwezigen gaf Wouter in het Gymnasium Celeanum in Zwolle een geweldige voorstelling die onze stoutste verwachtingen overtrof. Aan het eind van de voorstelling konden we Ton Lange een cheque voor de Stichting Tileng overhandigen (zie foto). Het was voor onze gasten en onszelf, een dag met een gouden randje.